Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1829/GM, 30 november 2006, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1829/GM

betreft: [klager] datum: 30 november 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 10 juli 2006 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 november 2006, die werd gehouden in de p.i. Amsterdam, zijn klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, noch de tandarts verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 27 april 2006, betreft de weigering van de tandarts om een beschadiging aan een kroon te herstellen.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Een stuk van de kroon op een voortand is afgebroken. Klager verlangt dat deze beschadiging, die tijdens detentie is ontstaan, ook tijdens zijn detentie wordt gerepareerd. Hij kan er niet mee instemmen om dit na detentie te laten doen,omdat hij dan
eerst
weer zijn verzekering moet regelen en vervolgens pas een afspraak kan maken met zijn tandarts. Dit zal enige tijd kunnen duren en tot die tijd zal klager niet aan het werk kunnen.

Kort na binnenkomst bij de gevangenis Veenhuizen is klager door de inrichtingstandarts gezien. Klager heeft op een van zijn voortanden een kroon. Van die kroon was een stukje porselein afgebroken, waardoor een klein gedeelte van het onderliggende
metaal
zichtbaar is. Klager had geen pijnklachten maar stoorde zich aan de mindere esthetiek. Voor zover de tandarts het kan beoordelen was de schade aan de kroon al aanwezig bij binnenkomst in Veenhuizen. De tandarts is van mening dat het verantwoord is om
voor het oplossen van dit probleem te wachten totdat zijn (korte) detentieperiode is beëindigd. De tandarts meldt nog dat het verstrekkingenpakket van DJI niet voorziet in kroonreparaties.

3. De beoordeling
Op zich is niet in het geding dat klager een beschadiging had aan zijn gebit. Dit wordt door de tandarts onderschreven. Blijkens de reactie van de tandarts heeft hij geoordeeld dat die beschadiging enerzijds reeds was ontstaan voordat klager in de
inrichting binnenkwam en dat die beschadiging anderzijds geen pijnklachten opleverde voor klager. Die beide omstandigheden waren voor de tandarts redengevend om in het licht van het staande verstrekkingsbeleid van het Ministerie van Justitie reparatie
van de kroon te weigeren. De beroepscommissie is bekend met de procedure die geldt voor bijzondere verrichtingen door inrichtingstandartsen. Voor het mogen doen van een dergelijke verrichting dient de tandarts machtiging aan te vragen bij het
ministerie. Hoewel die machtiging in een geval als het onderhavige naar verwachting niet zal worden verleend, ontslaat dat de tandarts niet van de verplichting om die machtiging aan te vragen alvorens mede te (kunnen) delen dat de gevraagde verrichting
niet mag worden verricht. Gelet daarop dient het beroep op formele gronden gegrond te worden verklaard. Nu materieel gezien met de reparatie van de betreffende kroon overigens op goede gronden mocht worden gewacht totdat klager zou zijn ontslagen uit
detentie, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een (financiële) tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij stelt vast dat er geen termen zijn voor het vaststellen van een tegemoetkoming.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode - Zwart en P. Hanedoes, tandarts, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 november 2006

secretaris voorzitter

Naar boven