nummer: 06/2274/GA
betreft: [klager] datum: 29 november 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 21 augustus 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 3 november 2006, gehouden in de p.i. Vught zijn gehoord klager en de unit-directeur van de p.i. Vught [...].
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter, voorzover in beroep van belang
Het beklag betreft de vermissing van klagers vogel en vogelkooi.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beroep betreft alleen de vermissing van de vogel en kooi. Klager was in de strafcel geplaatst en in een dergelijk geval geeft het personeel altijd de vogel, die achterblijft op cel, aan een andere gedetineerde in verband met de verzorging van de
vogel. Klager weet de naam van de p.i.w.-er niet meer die hem gezegd heeft dat er voor zijn vogel gezorgd zou worden. Een dag daarna is klagers cel pas ontruimd en was er geen vogelkooi meer in de cel aanwezig. Toen klagers vrouw zijn spullen kwam
ophalen, kreeg zij wel negen dozen mee, maar geen vogel in kooi. De vogel, een parkiet, en kooi waren spoorloos. Gezegd is dat de gedetineerde, die voor de vogel zorgde, er geen afstand van wilde doen. Klager heeft de uitvoerlijst tweemaal getekend.
Dat
is gebruikelijk. Na het tekenen krijgt klager die lijst niet meer in handen. Zijn vrouw heeft niet voor ontvangst getekend.
De p.i.w.-ers wisten dat hij een vogel had. Hij liep tijdens de recreatie altijd met de vogel op zijn schouder. De waarde van een parkiet is ongeveer € 17,50 en van de kooi ongeveer € 50,=.
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers vrouw had voor de uitvoer moeten tekenen op de uitvoerlijst. Klager is op 21 mei 2006 in de strafcel geplaatst. Bij de ontruiming van zijn cel op 22 mei 2006 is geen vogel met kooi aangetroffen. Volgens informatie van personeel zou klager de
vogel hebben uitgevoerd. Navraag is gedaan op klagers afdeling en volgens het personeel zou de vogel niet aan een andere gedetineerde zijn gegeven. Het personeel wist wel dat klager een vogel met kooi had. Volgens het bad zou klagers vrouw getekend
hebben voor de uitvoer maar dit blijkt niet uit de uitvoerlijst. De invoer van een vogel met kooi wordt geregistreerd. In dit geval blijkt dat het systeem niet waterdicht is. Het is niet toegestaan om de vogel met kooi aan een andere gedetineerde te
geven maar, in verband met de verzorging van de vogel, gebeurt het wel.
3. De beoordeling
Door de directeur is niet betwist dat klager een vogel in kooi in zijn verblijfsruimte had. Nadat klager in de strafcel was geplaatst, heeft klager een uitvoerformulier ingevuld om zijn vogel in kooi uit te voeren. Door klager is gesteld dat de vogel
en
kooi niet zijn meegegeven aan zijn vrouw, die de uitvoer wilde afhalen in de inrichting, en dat hem is meegedeeld dat een medegedetineerde, die de vogel inmiddels verzorgde in verband met klagers verblijf in de strafcel, geen afstand wilde doen van de
vogel in kooi. Vast is komen staan dat de betreffende uitvoerlijst niet is getekend door klagers vrouw en dat door de directeur is erkend dat het registratiesysteem in het onderhavige geval niet waterdicht is gebleken. De beroepscommissie is van
oordeel
dat nu niet vast is komen staan dat klagers vogel en kooi zijn uitgevoerd en klagers lezing van de feiten voldoende aannemelijk is geworden, de vermissing van klagers vogel in kooi voor rekening en risico komt van de directeur. De beroepscommissie zal
het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen, het beklag gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming van € 50,= toekennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. D.J. Dee en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 november 2006
secretaris voorzitter