nummer: 06/1801/GA
betreft: [klager] datum: 28 november 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 10 juli 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel, voor zover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 25,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de afwijzing van het verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof, op de gronden als
in
de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is van mening dat de door de beklagrechter geconstateerde nalatigheid van de directie van de p.i. Ter Apel niet alleen heeft geleid tot de afwijzing van klagers algemeen verlof, maar ook tot zijn
eventuele overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Richting de selectiefunctionaris is namelijk alleen deze informatie verzonden. Deze kon dus niet anders dan beslissen om klager te plaatsen in een gevangenis, omdat er zogenaamd
geen einddatum voor klagers detentie zou zijn. Deze feiten in ogenschouw genomen, vindt klager de voorgestelde tegemoetkoming dermate laag dat hij hiertegen beroep aantekent. Klager zou dan ook graag willen vernemen waarop deze tegemoetkoming gestoeld
is. Ter vergelijking, als klager een geldboete uitzit loopt hij al minimaal € 50,= in op de te vorderen boete. Nu zal klager voor een ten onrechte afgewezen verlof van drie dagen plus de eventuele vervolgverlofdagen tijdens zijn detentie in een b.b.i.,
zeven stuks, genoegen moeten nemen met € 25,=. Klager vindt dit buiten proporties.
De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Het klopt niet dat er een beslissing is genomen door de directie van de p.i. Ter Apel inzake de hoogte van de tegemoetkoming. De voorzitter van de beklagcommissie is door de directie van de p.i. Ter Apel
geadviseerd en heeft onafhankelijk een beslissing genomen in deze kwestie. In de beschikking van 10 juli 2006 is duidelijk vermeld dat de directeur de opdracht krijgt om € 25,= over te maken. Het beroep van klager zal zich dan ook moeten richten op de
beslissing van de beklagcommissie in plaats van de directeur.
3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Als maatstaf daarvoor kan
dienen
de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het feit dat hij geen algemeen verlof kon genieten. De beroepscommissie kan zich vinden in het oordeel van de beklagrechter omtrent de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook
ongegrond worden verklaard. Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat klager ten aanzien van de beslissing van de selectiefunctionaris om hem te plaatsen in een gevangenis in plaats van een b.b.i., destijds bezwaar had kunnen indienen tegen die
beslissing.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 28 november 2006
secretaris voorzitter