Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2076/GB, 4 december 2006, beroep
Uitspraakdatum:04-12-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/2076/GB

Betreft: [klager] datum: 4 december 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.J.M. Kobossen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 augustus 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de afwijzing van het verzoek om overplaatsing naar de gevangenis Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 12 april 2006 gegijzeld. Hij verblijft in het huis van bewaring (h.v.b.) de Karelskamp te Almelo.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek als volgt toegelicht. De overplaatsing die klager heeft verzocht heeft deels te maken met de afstand tot zijn woonhuis en deels met het regime. Klager is niet gedetineerd op basis
van een strafrechtelijk vonnis. Derhalve valt het klager zwaar dat hij wel strikt wordt gehouden aan het kennelijk interne regime van het h.v.b. in Almelo, waar hij hetzelfde als gedetineerden wordt behandeld terzake externe contacten en de
mogelijkheden om derden te spreken te krijgen. Enige nuancering dient er te zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Verzocht wordt om klager over te plaatsen naar de gevangenis Zutphen. Aangezien klager is ingesloten in verband met een gijzeling werd dit verzoek afgewezen. In bezwaar
zendt klager een brief mee waarin de huisarts meldt dat klagers echtgenote medicatie moet nemen die de rijvaardigheid beïnvloedt. Het bezwaar is ongegrond verklaard omdat dit geen grond is om klager in een gevangenis te plaatsen. In beroep wordt gemeld
dat het verzoek op twee gronden gedaan wordt. Ten aanzien van de eerste grond, namelijk de afstand voor zijn bezoek, is de selectiefunctionaris van mening dat een reisafstand van 40 minuten per openbaar vervoer acceptabel is. Uit de voorhanden zijnde
medische informatie blijkt niet dat klagers echtgenote niet tot reizen in staat is. Ten aanzien van de tweede grond, namelijk het regime in het h.v.b. in Almelo, moet vermeld worden dat hier een normaal regime voor een h.v.b. geldt.

4. De beoordeling
Klager, die is gegijzeld wegens het niet voldoen aan zijn alimentatieverplichting, behoort gelet op artikel 9, tweede lid onder e, Pbw tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd. Van bijzondere
omstandigheden als bedoeld in artikel 10, tweede lid, Pbw op grond waarvan een dergelijke gijzeling in een gevangenis kan worden ten uitvoer gelegd, is geen sprake. Derhalve kan de beslissing van de selectiefunctionaris om klager niet in een gevangenis
te plaatsen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

Ten aanzien van klagers verzoek om overplaatsing naar Zutphen in verband met bezoekmogelijkheden, overweegt de beroepscommissie als volgt. Uit de medische verklaring van de huisarts komt naar voren dat klagers partner in verband met medicijngebruik
niet
in staat is zelf auto te rijden. Daarnaast is reizen voor haar uit medisch oogpunt gezien een flinke belasting. De beroepscommissie is van oordeel dat er sociale gronden aanwezig zijn om klager dichter bij zijn partner te plaatsen. De op de onder 3.2
genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, met betrekking tot dit onderdeel van het verzoek als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal
derhalve in zoverre gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. De selectiefunctionaris wordt opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 4 december 2006

secretaris voorzitter

Naar boven