Nummer: 06/2045/GB
Betreft: [klager] datum: 1 november 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 19 juli 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-h.v.b.) Nieuw Vosseveld te Vught, ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 22 mei 2006 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. De Leuvense Poort in Den Bosch. Op 22 juni 2006 is hij geselecteerd voor en op 6 juli 2006 overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Gezien zijn leeftijd is het begrijpelijk dat hij in een jovo geplaatst is. Zijn ouders kunnen hem nu echter niet opzoeken omdat de gezondheid van zijn 70-jarige vader slecht is en zijn moeder niet over een rijbewijs beschikt. Zonder zijn ouders te
kunnen zien, kan klager niet functioneren. Iedereen heeft het recht om zijn of haar ouders te zien.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager valt qua leeftijd in de categorie gedetineerden van wie een eerste indicatiestelling jovo uitgebracht dient te worden. Op 20 juni 2006 is deze indicatiestelling afgenomen en daarbij scoorde klager een tekortkoming op het onderdeel "first
offender". Naar aanleiding daarvan is ervoor gekozen om hem te selecteren voor plaatsing in het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld. Daarbij is tevens rekening gehouden met de plaats van het parket van insluiting. Het h.v.b. De Leuvense Poort in Den Bosch
beschikt niet over een jovo-afdeling.
Uit de overgelegde medische verklaring blijkt dat klagers vader inderdaad niet met het openbaar vervoer naar hem toe kan komen. Het verschil in afstand tussen Vught en Den Bosch is echter minimaal. Bovendien zijn er in de omgeving die klager aangeeft
(Grave, Nijmegen of Arnhem) geen inrichtingen met een jovo-afdeling. Verder blijkt uit de bezoekerslijsten dat klager regelmatig bezoek krijgt en dat zijn vader al tweemaal in Vught op bezoek is geweest.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet is gericht tegen zijn jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met de locatie waar hij dient te verblijven. Klager vindt Vught te ver weg voor zijn bezoek. Klager is preventief
ingesloten voor het parket Den Bosch. De vader van klager is al een paar keer op bezoek geweest in Vught. De beroepscommissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager over bezoekproblemen heeft aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 1 november 2006
secretaris voorzitter