Nummer: 06/1972/GB
Betreft: [klager] datum: 9 november 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.T. van Berge Henegouwen, namens
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 28 juli 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar te plaatsen in de gevangenis / ISD voor vrouwen te Zwolle ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klaagster is sedert 17 november 2003 gedetineerd. Op 12 juli 2006 is zij geplaatst in de gevangenis / ISD voor vrouwen te Zwolle, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Op 26 juli 2006 heeft klaagster bezwaar ingediend tegen haar plaatsing in een gevangenis (in plaats van in een zeer beperkt beveiligde inrichting). Dit bezwaar is op 28 juli 2006 ongegrond verklaard. Klaagster is destijds inderdaad niet terug gekeerd
na
de schorsing van de voorlopige hechtenis voor bepaalde tijd. Daar staat tegenover dat zij sinds haar hernieuwde detentie heeft gefungeerd als een modelgedetineerde. De onttrekking aan de detentie van toen wordt haar nu dan ook veel te zwaar
aangerekend.
Er wordt niet naar de actuele detentieomstandigheden gekeken en daarom is de beslissing onzorgvuldig althans onvoldoende gemotiveerd. De BSD van de inrichting heeft klaagster zelfs aangemoedigd om tegen de selectiebeslissing bezwaar te maken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagster werd geselecteerd voor een gesloten gevangenis. Hiertegen werd namens haar beroep aangetekend, omdat zij in aanmerking wenste te komen voor een inrichting met meer vrijheden.
Nadat klaagster niet terugkeerde van een aan haar toegewezen schorsing voor bepaalde tijd heeft zij zich bijna anderhalf jaar aan haar detentie onttrokken totdat zij op 21 mei 2005 werd aangehouden. Met deze ervaring bestaat er nog onvoldoende
vertrouwen dat zij zich op dit moment wel zal houden aan afspraken m.b.t. vrijheden.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis / ISD voor vrouwen in Zwolle is een gevangenis voor vrouwen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, nu klaagster voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klaagster, gelet op haar onttrekking aan de detentie, welke anderhalf jaar heeft geduurd en waarna er slechts één jaar en drie maanden verstreken is,
vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een (zeer) beperkt beveiligingsniveau.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van D.C. Carsten, secretaris, op 9 november 2006
secretaris voorzitter