Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2753/GV, 20 november 2006, beroep
Uitspraakdatum:20-11-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2753/GV

betreft: [klager] datum: 20 november 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 oktober 2006 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klagers verzoek om algemeen verlof is afgewezen omdat hij al negen keer een arbeidsrapport heeft
gekregen. Klager kan niet overweg met de werkmeester. Hij is het er niet mee eens dat de directeur bij de afweging van het verlenen van algemeen verlof alle rapporten sinds klagers binnenkomst in de inrichting meerekent. Bovendien is klager al vijf
keer
met verlof geweest. Deze verloven zijn altijd goed verlopen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op grond van zijn gedrag teruggeplaatst van de penitentiaire inrichting voor psychologisch onvolwassenen, een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.), te Grave naar de gevangenis Zutphen. Op de leefafdeling draait klager redelijk mee. Op de
arbeid functioneert klager echter niet goed. Hij kan zich hier niet aan afspraken houden. Klager heeft in de periode van 20 april 2006 tot oktober 2006 negen keer een melding of rapport op de arbeid ontvangen wegens werkweigering en niet naar behoren
functioneren. Daarnaast heeft hij een rapport voor het gebruik van softdrugs ontvangen. Nu klager heeft laten zien dat hij zich niet aan de met hem gemaakte afspraken kan houden, heeft de directeur van de inrichting negatief geadviseerd ten aanzien van
de verlofverlening.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zutphen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De politie heeft geen bezwaar tegen het verlenen van algemeen verlof aan klager.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 34 maanden met aftrek, wegens handelen in strijd met een in artikel 2 van de Opiumwet gegeven verbod. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 16 maart 2007.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers vierde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie constateert dat klager niet goed functioneert op de arbeid. Daarnaast heeft klager een rapport gekregen voor het gebruik van softdrugs. Bovendien blijkt uit het rapport van de inrichting dat klager al eerder een groot aantal
rapporten en meldingen heeft gehad en dat hij gemaakte afspraken in de inrichting slecht nakomt.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Minister, bij afweging van
alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder d van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 20 november 2006

secretaris voorzitter

Naar boven