Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2097/GA, 25 oktober 2006, beroep
Uitspraakdatum:25-10-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 06/2097/GA

betreft: [klager] datum: 25 oktober 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 26 april 2006 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b./ISD, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 oktober 2006, gehouden in de locatie Alphen aan den Rijn, is d[...], unit-directeur bij het h.v.b./ISD Rotterdam, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, het niet kunnen plegen van een inkomstentelefoontje.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op het intakeformulier is genoteerd dat er een inkomstentelefoontje is gepleegd. De directeur legt een kopie van het intakeformulier aan de beroepscommissie over. Het exacte tijdstip van het inkomstentelefoontje staat niet op het formulier.
Het is aannemelijk dat het inkomstentelefoontje is gepleegd. Klager was op het moment dat hij het beklag indiende geagiteerd omdat er spullen van hem verloren waren gegaan bij het transport.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het door de directeur ter zitting van de beroepscommissie overgelegde intakeformulier verschilt van het formulier dat zich bij de stukken bevindt. Het lijkt er op dat op het zich bij de stukken bevindende formulier een deel van de gegevens is
weggevallen. Mogelijk is dit gebeurd bij vermenigvuldiging van het formulier of bij het verzenden van het formulier als faxbericht. Wat daarvan zij, op de door de directeur ter zitting overgelegde kopie van het intakeformulier is duidelijk aangetekend
dat klager op de dag van inkomst in de gelegenheid is gesteld een inkomstentelefoontje te plegen. Daarmee staat voldoende vast dat klager tijdig in de gelegenheid is gesteld het telefoontje te plegen. Dit maakt dat de uitspraak van de beklagcommissie
ten aanzien van dit onderdeel niet in stand kan blijven en het beroep van de directeur gegrond zal worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt - voor zover in beroep aan de orde - de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dit onderdeel van het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. U. van de Pol, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 25 oktober 2006

secretaris voorzitter

Naar boven