Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1578/GB, 23 oktober 2006, beroep
Uitspraakdatum:23-10-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/1578/GB

Betreft: [klager] datum: 23 oktober 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.B. Swart, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 juni 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 maart 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de Penitentiaire Inrichting (p.i.) Ter Apel. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de gevangenis Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt. Deze plaatsing was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Uit de kopie verwijsbrief van de huisarts van 6 juli 2006 blijkt dat klagers vriendin klachten van depressie, vastlopen, piekeren en nachtmerries heeft onder andere door de breuk tussen haar en
klager vanwege de detentie. Zij krijgt ook hulp van een maatschappelijk werkster. Klagers vriendin vindt het moeilijk om op de been te blijven nu zij er in feite alleen voor staat. Klagers vriendin draagt nu alleen de zorg voor hun zoontje van zeven
maanden. Zij kan klager slechts om de paar maanden bezoeken. De afstand en de reistijd tussen Rotterdam en Ter Apel zijn erg lang. Vanwege haar psychische situatie vindt klagers vriendin de reis erg zwaar en de financiële lasten van de reis zijn hoog.
Zowel klager als zijn vriendin lijden erg onder deze situatie. Het is onmogelijk elkaar regelmatig te zien. Ook het zoontje heeft zijn vader nodig. Zij hebben elkaar ook al lange tijd niet meer regelmatig kunnen zien. Zowel voor vader als zoon is het
belangrijk elkaar regelmatig te kunnen bezoeken. Volgens een eerdere uitspraak van de beroepscommissie dient bij de selectie zoveel mogelijk rekening te worden gehouden met de bijzonderheden van de gedetineerde. Hierbij geldt het beginsel van minimale
inbreuken op de positie van de gedetineerde. De tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf moet zoveel mogelijk dienstbaar worden gemaakt aan de voorbereiding van de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij. De selectiefunctionaris heeft in dit
geval
de verkeerde afweging gemaakt door het zwaarwegende belang van cliënt om te worden geplaatst in een p.i. binnen de eigen regio ondergeschikt te maken aan die van een optimale capaciteitsbenutting van de beschikbare celruimte. Zeker gezien de nog lange
periode die klager gedetineerd zal zijn, is het belangrijk de persoonlijke belangen van klager in de beslissing te laten meewegen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is geplaatst in de p.i. Ter Apel omdat hij verschillende boetes en gijzelingszaken moet uitzitten. Er is voor deze locatie gekozen in verband met
capaciteitsproblemen. Klager geeft aan liever in de omgeving van zijn vriendin gedetineerd te zijn in verband met het bezoek. Er is hem verzocht om van de situatie van zijn vriendin door middel van een verklaring van de deskundige ondersteuning aan
zijn
overplaatsingsverzoek te geven, maar tot op heden is dit hem niet gelukt. Een noodzaak tot herziening van zijn overplaatsingsverzoek is er dan tot op heden ook niet. In dit geval zijn de problemen met het bezoek inherent aan de detentie.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De selectiefunctionaris heeft in zijn reactie op het beroepschrift van 10 juli 2006 aangegeven dat klager geen verklaring van een deskundige omtrent de situatie van zijn vriendin heeft overgelegd. In beroep zijn echter wel stukken overgelegd
omtrent de situatie van klagers vriendin. Uit de kopie van een verwijsbrief van 6 juli 2006 van de behandelend arts blijkt dat klagers vriendin last heeft van recidief klachten van depressie, vastlopen, piekeren en nachtmerries, onder andere door de
relatiebreuk. Daarnaast blijkt uit de brief van 13 juli 2006 van een maatschappelijk werker dat door de grote afstand er twee maanden geen bezoek mogelijk is geweest. Deze documenten duiden erop dat er wellicht sociale gronden aanwezig zijn om klager
in
een inrichting dichter bij zijn vriendin en kind te plaatsen. Gezien het feit dat bovengenoemde documenten door de selectiefunctionaris niet zijn meegenomen in zijn beslissing moet deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als
onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te
maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. De selectiefunctionaris wordt opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 23 oktober 2006

secretaris voorzitter

Naar boven