Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1507/GB, 12 oktober 2006, beroep
Uitspraakdatum:12-10-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/1507/GB

Betreft: [klager] datum: 12 oktober 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. L.H.R. Smit namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 31 mei 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-gevangenis) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 juni 2005 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Almere-Binnen. Op 9 juni 2006 is hij geplaatst in de jovo-gevangenis Nieuw Vosseveld.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Door klager te plaatsen in de jovo-gevangenis Nieuw Vosseveld wordt de mogelijkheid uitgesloten om deel te nemen aan een penitentiair
programma (p.p.) dat klager in de gelegenheid zou stellen om zijn HAVO-opleiding af te maken. De door klager en zijn raadsman aangevoerde nadere gronden hebben niet geleid tot een heroverweging van de beslissing. Klager is zeer geschrokken van de
beslissing op het bezwaarschrift. Hij kan zich absoluut niet vinden in het beeld dat van hem geschetst is. Hij vraagt zich af hoe de reclassering tot het oordeel heeft kunnen komen dat er een grote kans op recidive is. Uit de beslissing van de
selectiefunctionaris en telefonische toelichting door de reclassering wordt opgemaakt dat deelname aan een p.p. mogelijk is mits klager zich gedurende het gehele traject onder behandeling van De Waag stelt en deelneemt aan COVA-training. Klager is
daartoe bereid. Hij heeft zich voorgenomen om een opleiding te volgen aan de Amsterdamsche school. Zijn ouders zijn bereid om de kosten voor de speciale opleiding voor hun rekening te nemen. Moeder zal de dagelijkse zorg en het toezicht op klager voor
haar rekening nemen. Klager voldoet aan het leerlingprofiel en heeft eerder met succes aan deze school onderwijs gevolgd. De school biedt kleinschalig onderwijs aan en een zeer intensieve begeleiding. De school heeft weinig tot geen lesuitval.
Voortzetting van deze opleiding zal de kans op reïntegratie vergroten en het recidiverisico verkleinen. De problemen met klager zijn begonnen na zijn terugkeer uit Amerika. Hij heeft lering uit zijn gedrag getrokken en overweegt serieus
toekomstperspectieven. De uitslag van de Risc is niet goed te plaatsen. Als klager begin volgend jaar in vrijheid zal worden gesteld, zal hij een heel schooljaar mislopen. Klager dreigt in zijn ontwikkeling te blijven stilstaan. Hij kan zijn opleiding
niet in een penitentiaire inrichting hervatten terwijl er een daadwerkelijk alternatief is. Met ontzetting heeft klager kennisgenomen van het negatieve advies van de politie. Hij ontkent dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een bedreiging. Hij is
ook
niet eerder door de politie gehoord of in kennis gesteld van een dergelijk verwijt. De opmerking van de buurtregisseur beperkt zich tot een handgeschreven notitie en is niet op ambtseed opgemaakt. Verzocht wordt om dit advies buiten beschouwing te
laten. Voorts wordt verzocht om de bezwaren van het arrondissementsparket buiten beschouwing te laten. Aangekruist is dat men bang is voor ongewenste confrontatie met het slachtoffer of het ontstaan van maatschappelijke onrust. Hiervoor worden geen
concrete omstandigheden aangevoerd. Klager wenst de bewegingsvrijheid enkel te gebruiken om deel te nemen aan een opleiding. Voor het overige kan zijn bewegingsvrijheid beperkt blijven, waardoor een mogelijke confrontatie met slachtoffers minimaal is.
De slachtoffers wonen niet in de directe omgeving van klager of zijn het slachtoffer geworden in de relationele sfeer.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De plaatsingsdatum voor een p.p. ligt te ver in de toekomst om daar nu al op te beslissen. Standaard is dat er maximaal twee maanden voor plaatsing in de desbetreffende inrichting of plaatsing in een p.p. een selectiebeslissing wordt genomen. Het
selectievoorstel van de inrichting betrof een stapeling zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.)/p.p. Klager werd voorgesteld voor een vervroegde plaatsing in een z.b.b.i. Bij een vervroegde plaatsing dient er door de reclassering een preadvies
voor het p.p. bijgevoegd te worden. Uit het preadvies blijkt dat bij de afgenomen Risc klager hoog scoort bij de kans op recidive. De reclassering acht tijdens de uitvoering van het p.p. verschillende interventies nodig om recidive tegen te gaan
namelijk behandeling voor zijn agressie bij De Waag en het volgen van een COVA training gedurende de gehele p.p. periode. Ook adviseren zij klager gedurende de gehele periode van het p.p. onder elektronisch toezicht te stellen. Zij achten een p.p.
alleen haalbaar onder strikte voorwaarden en controle. Gezien de kans op recidive en de interventies, voorwaarden en controle, die de reclassering nodig acht bij het uitvoeren van een p.p., wordt plaatsing in een inrichting met regimaire
verlofmogelijkheden voorafgaand aan de p.p. periode niet verantwoord geacht. Het detentieverloop van klager in het h.v.b. Almere-Binnen is niet zonder problemen. Hij heeft verschillende rapporten gehad, die te maken hebben met agressief gedrag namelijk
het veroorzaken van geluidsoverlast, uitschelden en uiten van dreigementen naar het personeel, trappen tegen een celdeur, gooien van voorwerpen in zijn cel en verbale agressie naar een medegedetineerde. De politie heeft negatief geadviseerd omdat daar
bekend is dat klager zijn vroegere vrienden telefonisch heeft bedreigd met de dood. Het openbaar ministerie adviseert negatief in verband met het risico van ongewenste confrontatie met het slachtoffer en het risico van ontstaan of aanwezigheid van
maatschappelijke onrust. Gelet op het bovenstaande is er geen vertrouwen in een plaatsing van klager in een inrichting met regimair verlof.

4. De beoordeling
4.1. De jovo-gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede een inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16 van de Regeling selectie,
plaatsing en overplaatsing gedetineerden.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet zozeer gericht is tegen zijn jovo-indicatie maar tegen de plaatsing in een gesloten inrichting. Klager prefereert plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting/penitentiair
programma om zijn HAVO-opleiding af te kunnen maken. Uit de afgenomen Risc blijkt dat klagers score voor wat betreft de kans op recidive hoog is. De reclassering is van mening dat een p.p. alleen haalbaar is onder strikte voorwaarden en controle en
acht
het noodzakelijk dat klager bij deelname aan een p.p. behandeling bij De Waag ondergaat en een COVA-training volgt. Voorts is meerdere keren rapport opgemaakt tegen klager in verband met agressief gedrag. Politie en openbaar ministerie hebben negatief
geadviseerd terzake van detentiefasering. Gelet op het hiervoor vermelde is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris om klager voorafgaand aan een eventuele plaatsing in
een p.p. te selecteren voor een gesloten inrichting en niet voor een inrichting met regimaire verlofmogelijkheden, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de over zijn gedrag, recidiverisico en persoonlijkheid verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een
inrichting met een (zeer) beperkt beveiligingsniveau.
Overigens hoeft dit er niet toe te leiden dat klager geen HAVO-opleiding zou kunnen volgen nu er ook opleidingsinstituten bestaan die schriftelijke cursussen aanbieden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 oktober 2006

secretaris voorzitter

Naar boven