nummer: 06/686/TB - tussenbeslissing
betreft: [klager] datum: 29 september 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.G. Doornbos, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 31 januari 2006 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 29 augustus 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is namens de Minister, [...] gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De raadsman van klager is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager te plaatsen in de FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: De Rooyse Wissel).
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Minister heeft op 31 januari 2006 beslist klager te plaatsen in De Rooyse Wissel. Deze plaatsing is op 29 juni
2006
gerealiseerd.
3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn plaatsing in De Rooyse Wissel. De beslissing is gedateerd op 31 januari 2006. Klager heeft de portee van de beslissing niet begrepen. Bij brief van 27 februari 2006 heeft hij de beslissing aan de raadsman
toegezonden. De brief is op 8 maart 2006 door de raadsman ontvangen. Klager meent dat tijdig beroep is ingesteld. Klager kan zich niet verenigen met het testpsychologisch onderzoek omdat uit eerdere onderzoeken is gebleken dat klager zwakbegaafd is en
geplaatst zal moeten worden in Hoeve Boschoord. Hij kan zich verder niet verenigen met het feit dat hij zo ver van huis, vrouw en kinderen wordt geplaatst. Ook uit resocialisatieoogpunt is het dringend gewenst dat hij in de nabijheid van Assen zijn
behandeling ondergaat.
De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Primair is klager niet-ontvankelijk in zijn beroep wegens overschrijding van de beroepstermijn. De beslissing van de Minister is op 2 februari 2006 aan klager uitgereikt. Gelet op de
inhoud
van de verklaring van klager op 26 januari 2006, is er geen aanleiding te veronderstellen dat klager niet op de hoogte was van de inhoud van de bestreden beslissing.
Subsidiair stelt de Minister dat de door klager aangevoerde gronden onvoldoende
zwaarwegend zijn om tot een gegrondverklaring van het beroep te komen. De stelling
dat klager zwakbegaafd is, vindt geen steun in de pro justitia rapportage. Weliswaar wordt het intellectueel functioneren van klager als benedengemiddeld aangemerkt, maar niet als zwakbegaafd. Door klager zijn geen andere rapportages overgelegd die
aanleiding geven tot een ander oordeel. Overigens is begin 2007 in De Rooyse Wissel een aanvang gemaakt met de bouw van een faciliteit ten behoeve van zwakbegaafden. Tijdens een intakegesprek van 27 april 2006 met klager zijn geen indicaties gevonden
die noopten af te zien van plaatsing in De Rooyse Wissel. Vanwege de capaciteitstekorten binnen de tbs-inrichtingen kan in principe geen rekening worden gehouden met voorkeuren voor een kliniek. Bij plaatsing in een tbs-inrichting wordt immers slechts
onderscheiden naar sexe, verstandelijke handicap en de aard van de aandoening. Dat klager vanwege familie en huis in de buurt van Assen geplaatst wil worden is onvoldoende zwaarwegend om van dit plaatsingsbeleid af te wijken.
Klager verblijft in De Rooyse Wissel vanaf 29 juni 2006. In de rapportages wordt geen hard cijfer genoemd. De omschrijving is echter niet voor tweeërlei uitleg vatbaar: klagers intellectueel functioneren is benedengemiddeld maar niet zwakbegaafd.
Klager
heeft het lager onderwijs afgemaakt en enig technisch onderwijs gevolgd. Op dit moment ondergaat klager in De Rooyse Wissel een psychologisch onderzoek ten behoeve van het behandelplan, waarbij ook wordt getest op intelligentie. De resultaten worden
begin oktober verwacht. Verder zal begin 2007 de voorziening in de De Rooyse Wissel voor zwakbegaafden gereed komen. Mocht klager toch zwakbegaafd zijn dan kan hij worden overgeplaatst. Het belang van klager is thans een spoedige start van de
behandeling. Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.
4. De beoordeling
Uit artikel 69, vierde lid juncto artikel 58, vijfde lid, Bvt volgt dat het beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de verpleegde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen moet worden ingediend. Een na
afloop van deze termijn ingediend klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de verpleegde in verzuim is geweest. De beslissing van de Minister is op 2 februari 2006 uitgereikt. Het beroepschrift is op
14 maart 2006 op het secretariaat van de Raad ontvangen. De raadsman van klager stelt dat klager de portee van de beslissing niet heeft begrepen. Gelet op klagers beperkte intellectuele vermogens acht de beroepscommissie dit niet onaannemelijk. De
overschrijding van de beroepstermijn is derhalve verschoonbaar en klager kan worden ontvangen in zijn beroep.
Klager meent dat hij zwakbegaafd is en daarom niet in aanmerking komt voor een plaatsing in De Rooyse Wissel. Omtrent klagers intellectuele vermogens is uit de stukken en ook ter zitting van de beroepscommissie geen exact cijfer gebleken, ook wordt in
de stukken gerept van zwakbegaafdheid van klager. Verder heeft de vertegenwoordiger van de Minister ter zitting medegedeeld dat in De Rooyse Wissel klager thans een psychologisch onderzoek ondergaat, waarbij ondermeer de intellectuele vermogens van
klager getest worden. De resultaten van dit onderzoek worden in oktober 2006 verwacht. De beroepscommissie meent dat de resultaten van dit onderzoek dienen te worden afgewacht alvorens op het beroep te beslissen en zal om die reden de behandeling
aanhouden.
5. De uitspraak
De beroepscommissie houdt de beslissing op het beroep tot nader orde aan in afwachting van de uitkomst van het door De Rooyse Wissel uitgevoerde psychologisch onderzoek naar ondermeer de intellectuele vermogens van klager.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.M. van der Vaart, voorzitter, mr. H. Heijs en dr. M. Smit, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 29 september 2006
secretaris voorzitter