Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/2156/GV, 25 september 2006, beroep
Uitspraakdatum:25-09-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/2156/GV

betreft: [klager] datum: 25 september 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 augustus 2006 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht.
Klagers verzoek om algemeen verlof is afgewezen omdat zowel de politie als de reclassering negatief hebben geadviseerd ten aanzien van het opgegeven verlofadres, dat in de directe omgeving ligt van het huis van klagers slachtoffer. Klager geeft daarom
een ander adres op. Hij zou op dit verlofadres in Eindhoven niet in de directe omgeving van zijn slachtoffer (Den Haag) zijn en dit ook onmogelijk tegenkomen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het door klager opgegeven nieuwe verlofadres in Eindhoven is natuurlijk een meer acceptabel adres, ver weg van Den Haag. Klager kan een nieuw verzoek om algemeen verlof indienen en dat zal dan in behandeling genomen worden.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het huis van bewaring voor jong volwassen Scheveningen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Den Haag heeft aangegeven akkoord te gaan met het verlenen
van verlof. De politie te Den Haag, bureau Heemstraat, heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering te Den Haag heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verzoek om verlof op het
opgegeven adres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 36 maanden (waarvan 6 voorwaardelijk) met aftrek, wegens medeplegen van poging tot afdreiging, medeplegen van verkrachting (meerdere malen gepleegd), medeplegen van mishandeling en afdreiging. De wettelijk
vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 15 december 2006.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal 3 verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie stelt vast dat het door klager opgegeven verlofadres in de directe omgeving ligt van klagers slachtoffer. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een forse contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat
deze, ondanks de positieve adviezen, een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Minister bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4
onder g van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI), niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager geeft in beroep een nieuw verlofadres op, dat ver weg is gelegen van de omgeving van het
slachtoffer. De politie aldaar heeft dit adres echter nog niet kunnen toetsen en ook blijkt niet van instemming van de bewoners. Dit kan gebeuren in het kader van een nieuwe verlofaanvraag. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schinkel, secretaris, op 25 september 2006

secretaris voorzitter

Naar boven