Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0791/GA, 1 september 2006, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/791/GA

betreft: [klager] datum: 1 september 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 maart 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (b.g.g.) Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 augustus 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord de heer [...], unit-directeur bij de b.g.g. Nieuw Vosseveld.
Klager en zijn raadsvrouw hebben schriftelijk bericht niet ter zitting aanwezig te kunnen zijn.
Klager heeft aangegeven dat het beroep behandeld kan worden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager met Pesach geen koosjer Pesach-voedsel is verstrekt.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Anders dan de beklagcommissie heeft overwogen is aan klager met Pesach geen koosjer Pesachvoedsel verstrekt. Het kan best zo zijn dat de directeur Pesachvoedsel voor de Joodse gedetineerden in de inrichting heeft besteld. Dat neemt echter niet weg dat
dit niet aan klager is verstrekt. De beklagcommissie stelt dat klager gebruik had kunnen maken van de extra voorzieningen die waren getroffen voor Pesach. Aan klager is echter geen Pesachvoedsel uitgereikt terwijl er ook geen mogelijkheid bestond om
het
betreffende voedsel zelf ergens te pakken of op te halen. Klager heeft zich direct beklaagd bij het personeel. Dat heeft echter niets opgeleverd. De pleitnotities die ter gelegenheid van het rogatoir verhoor van klager op 28 november 2005 zijn
overgelegd moeten als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Alle koosjere maaltijden verkrijgt de inrichting van het Sinai centrum, ook de aangepaste maaltijden voor Pesach. Er staat dan op de verpakking dat de maaltijd speciaal voor Pesach is. Alle gedetineerden die doorgaans koosjere maaltijden eten, krijgen
automatisch de aangepaste maaltijd voor Pesach. Gedetineerden die doorgaans niet koosjere maaltijden eten, moeten de speciale maaltijden voor Pesach aanvragen. Van klager was bekend dat hij altijd koosjer eet en hij stond dan ook gewoon op de lijst
voor
de aangepaste maaltijden voor Pesach. Pesach duurt negen dagen. Gedurende die hele periode worden de aangepaste maaltijden verstrekt. Pesach begon op 24 april 2005 en op 25 april 2005 klaagt klager dat hij niets krijgt. Misschien heeft klager bedoeld
dat hij niets extra’s met Pesach heeft gekregen. De directeur heeft voor de beklagrechter al aangegeven dat hij voor extra verstrekkingen niet verantwoordelijk is, die worden verstrekt en bekostigd door de Joodse gemeenschap.

3. De beoordeling
Gelet op de stukken en de ter zitting door de directeur verstrekte inlichtingen moet worden aangenomen dat aangepaste koosjere maaltijden voor Pesach standaard aan gedetineerden zijn verstrekt van wie bekend was dat zij doorgaans koosjer eten. Alleen
gedetineerden die doorgaans niet koosjer eten moesten de aangepaste maaltijden voor Pesach aanvragen. Van klager was bekend dat hij doorgaans koosjer eet en hij stond dan ook op de lijst voor de verstrekking van de aangepaste maaltijden voor Pesach.
De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk geworden dat klager de speciale maaltijden voor Pesach verstrekt heeft gekregen en zal het beroep dan ook ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 1 september 2006

secretaris voorzitter

Naar boven