Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1479/GA, 17 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:17-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1479/GA

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 mei 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Amerswiel, een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.), te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 juli 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de locatie Amerswiel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het ontoereikend optreden van de directie in verband met een kapot raam in klagers slaapkamer.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het raam in de slaapkamer was kapot waardoor het niet meer dicht ging. Zodra het raam dicht zat, waaide het weer open. Klager heeft dit meerdere keren aangekaart. De technische dienst zou worden gebeld. Toen klager meldde dat er niets aan het raam werd
gedaan zou er een mailtje worden gestuurd. Na drie keer vragen was voor klager de maat vol en is hij in beklag gegaan.
In februari 2006 was het raam al kapot. Het was koud en het heeft toen zelfs gesneeuwd. Klager heeft geprobeerd het raam met een touwtje dicht te maken. Hij is ziek geworden door de tocht. Hiervoor is hij bij de medische dienst geweest, maar daar werd
gezegd dat hij zich niet moest aanstellen. Het was een ernstige griep. Op het moment dat klager de inrichting verliet, op 6 juli 2006, was het raam nog steeds kapot. De directeur heeft dat ook gezien. Het raam is de verantwoordelijkheid van de
directeur, maar die wil een ander de schuld geven. Klager eist schadevergoeding en wil excuses van de directeur.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het gaat hier om een verantwoordelijkheid van de directeur. Hetgeen klager heeft aangevoerd klopt. Ten aanzien van klagers ziekte is echter niet goed vast te stellen of dat door het kapotte raam komt.
Alle ramen vertonen mankementen, maar het raam van klager is het ergste. De directeur heeft deze situatie bij de Rijksgebouwendienst gemeld. Inmiddels bevindt de procedure zich in het offertestadium. Het gaat om prefab-ramen, waarbij het sluitwerk in
het raam is verzonken. Daardoor is het mankement niet door een timmerman te verhelpen en moet het gehele raam worden vervangen. Het is een kunststof kozijn, dus het is ook niet mogelijk om er een haakje of iets dergelijks aan te maken.
De directeur is afhankelijk van de Rijksgebouwendienst, maar zal wel bezien of dit raam eerst kan worden vervangen. De directeur biedt zijn excuses aan klager aan.

3. De beoordeling
Onbetwist is komen vast te staan dat het raam in klagers slaapkamer sinds februari 2006 kapot is en dat de reparatie dan wel vervanging daarvan een verantwoordelijkheid van de directeur is.
Klager heeft drie keer aangegeven dat het raam stuk is en dat er iets aan moest worden gedaan alvorens in beklag te gaan. De directeur heeft daarop onvoldoende maatregelen getroffen om het mankement te (laten) verhelpen en beziet nu pas of voor dit
afzonderlijke geval iets is te regelen. De directeur is mede gelet op het grote tijdsverloop tekortgeschoten in zijn zorgplicht, immers hij dient te zorgen voor huisvesting conform de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen (d.d. 24
december 1998, kenmerk 5307895/04/DJI). Het beroep zal gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 20,=. Zij overweegt in dit verband dat de tegemoetkoming niet is bedoeld als schadevergoeding, voor de verkrijging waarvan voor klager andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge
de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan het hoofd van de inrichting van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L. de Greef, secretaris, op 17 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven