nummer: 06/1176/GA
betreft: [klager] datum: 17 augustus 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. U. Santi, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 13 april 2006 van de beklagcommissie bij de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 60,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, voor de duur van veertien dagen, in
afwachting van de uitslag van een bevestigingsonderzoek, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De beoordeling
De beklagcommissie heeft in haar uitspraak d.d. 13 april 2006 het beklag van klager gegrond verklaard en aan klager voormelde tegemoetkoming toegekend. Tegen die uitspraak heeft de directeur beroep ingesteld, welk beroep ter zitting van de
beroepscommissie op 16 juni 2006 is behandeld. Bij uitspraak van 25 juli 2006 is het beroep van de directeur gegrond verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigd en het beklag alsnog ongegrond verklaard. Indien een beklag ongegrond wordt
verklaard, is er geen ruimte voor enige tegemoetkoming. Nu de uitspraak van de beklagcommissie inmiddels is vernietigd, zal de beroepscommissie thans volstaan met een ongegrondverklaring van het beroep.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.J. van Oostveen, secretaris, op 17 augustus 2006
secretaris voorzitter