nummer: 06/804/GA
betreft: [klager] datum: 15 augustus 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 8 maart 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij het h.v.b. De Grittenborgh te Hoogeveen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M.B. Bax om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet door de directeur, in afwachting van de formele herbestemming van de afdeling van het h.v.b. waar klager verbleef tot gevangenis, invoeren van een gevangenisregime, terwijl klager daarvoor wel in aanmerking komt.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep aangevoerd dat hij van het kastje naar de muur wordt gestuurd.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter. Voorts heeft hij toegevoegd dat hij het eens is met de motivering van de beklagrechter dat de klacht niet gericht is tegen een door of namens de directeur genomen beslissing.
3. De beoordeling
Anders dan de beklagrechter is de beroepscommissie van oordeel, dat het beklag zich niet richt tot een beslissing van de selectiefunctionaris, maar tegen een beslissing van de directeur. Die beslissing -om het gevangenisregime niet alvast in te voeren-
betreft echter geen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Derhalve staat daartegen geen beklag en beroep open. De uitspraak van de beklagrechter moet daarom, zij het op andere gronden, worden bevestigd.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met wijziging van de gronden.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S.van Gemert, secretaris, op 15 augustus 2006
secretaris voorzitter