Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1073/GM, 4 augustus 2006, beroep
Uitspraakdatum:04-08-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/1073/GM

betreft: [klager] datum: 4 augustus 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het huis van bewaring (h.v.b.) Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 13 april 2006 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

De inrichtingsarts van voormeld h.v.b. is uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 9 juni 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te worden gehoord, doch heeft schriftelijk bericht verhinderd te zijn. Klager is op 17 mei
2006 uitgeleverd aan België.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 14 maart 2006, betreft het niet verstrekken van injecties vitamine B12 en ijzer.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager heeft de extra vitamine nodig voor een sneller herstel van chronisch bloedverlies. Klager functioneert dan ook beter in zijn dagelijkse doen. Klager is bereid een deel van de kosten zelf te dragen.
Klager verwijt niemand iets, hij wil zich lichamelijk zo optimaal mogelijk voelen.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager krijgt wel degelijk Cosmofer ijzerinjecties. Aangezien zijn B12 gehalte in het bloed normaal is, is geen directe noodzaak voor substitutie. Desondanks heeft de inrichtingsarts later
alsnog ingestemd met zijn verzoek om toediening van een B12 injectie.

3. De beoordeling
Uit de stukken is de beroepscommissie gebleken dat de bloedspiegel van klager een normaal beeld laat zien en er geen medische noodzaak bestaat voor toediening van B12 injecties. Blijkens het medisch dossier zijn aan klager wel Cosmofer ijzerinjecties
toegediend. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Dat de inrichtingsarts later alsnog heeft ingestemd met klagers
verzoek en hem een B12 injectie heeft toegediend, maakt dit oordeel niet anders. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 4 augustus 2006

secretaris voorzitter

Naar boven