Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/1043/GB, 20 juli 2006, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/1043/GB

Betreft: [klager] datum: 20 juli 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Veldman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 april 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 december 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Alphen aan den Rijn. Op 6 februari 2006 is hij geplaatst in de gevangenis Alphen aan den Rijn, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag wekelijks bezoek van zijn partner en hun zoon. Zijn partner woont in Alkmaar en is enkele uren onderweg om klager te kunnen bezoeken. Omdat zij de zorg voor de opvoeding van het kind alleen heeft, is het onmogelijk om wekelijks op
bezoek te komen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft tegen zijn selectie naar de gevangenis Alphen aan den Rijn geen bezwaar ingesteld. Een reistijd van een uur wordt alleszins redelijk geacht. Tot slot heeft klager de afgelopen periode zijn bezoek afgezegd om daarmee kennelijk aannemelijk
te
maken dat hij geen bezoek kan ontvangen en hij mitsdien voor overplaatsing in aanmerking komt.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Alphen aan den Rijn is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan worden geplaatst in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hiertoe is met name redengevend dat klager
tegen
de selectiebeslissing geen bezwaar heeft ingesteld. Dat klager hiermee toch te laat zou zijn en het mitsdien maar zo gelaten heeft, doet daaraan niet af. Daarbij blijkt uit de stukken dat aan het probleem voor klagers bezoek tegemoet is gekomen door op
een ander moment bezoek toe te staan. In dit verband wordt opgemerkt dat klager zelf alle bezoek afzegt teneinde te bewerkstelligen dat hij drie maanden geen bezoek ontvangt en mitsdien voor overplaatsing in aanmerking komt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 juli 2006

secretaris voorzitter

Naar boven