Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0872/GA, 17 juli 2006, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/872/GA

betreft: [klager] datum: 17 juli 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 maart 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) De Grittenborgh te Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b./ISD in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet door de directeur, in afwachting van de formele herbestemming van de afdeling van het h.v.b. waar klager verbleef tot gevangenis, invoeren van een gevangenisregime, terwijl klager daarvoor wel in aanmerking komt.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en daarbij bepaald dat het klaagschrift ter verdere afdoening zal worden doorgezonden aan de selectiefunctionaris.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft – zakelijk weergegeven – het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is op 12 januari 2006 vanuit het h.v.b. Alphen aan den Rijn overgeplaatst naar het h.v.b./ISD De Grittenborgh, in afwachting van de formele herbestemming van de Grittenborgh tot gevangenis, zulks in verband met een wetswijziging waardoor in
eerste aanleg veroordeelde gedetineerden geplaatst kunnen worden in een gevangenis. Klager is echter van mening dat de directeur, gelet op het daaromtrent bepaalde in de Pbw, verantwoordelijk is voor het beheer van de inrichting. Nu hij wist dat er een
gevangenisbestemming op (een deel van) het h.v.b. kwam te rusten, had hij daar reeds voortijdig uitvoering aan kunnen geven door ten aanzien van klager een regime van algehele gemeenschap met een normaal beveiligingsniveau te voeren. Nu hij dit heeft
nagelaten, heeft hij niet voldaan aan zijn verantwoordelijkheid. Het betreft hier dus geen beslissing van de selectiefunctionaris maar een beslissing van de directeur. Klager is daarom ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard door de beklagrechter.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Anders dan de beklagrechter is de beroepscommissie van oordeel, dat het beklag zich niet richt tot een beslissing van de selectiefunctionaris, maar tegen een beslissing van de directeur. Die beslissing – om het gevangenisregime niet alvast in te
voeren-
betreft echter geen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Derhalve staat daartegen geen beklag en beroep open. De uitspraak van de beklagrechter moet daarom, zij het op andere gronden, worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 juli 2006

secretaris voorzitter

Naar boven