Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0862/GB, 2 juni 2006, beroep
Uitspraakdatum:02-06-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/862/GB

Betreft: [klager] datum: 2 juni 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 maart 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 juli 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Zwaag. Op 23 februari 2006 is hij geplaatst in de gevangenis Zuyderbos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wilde graag geplaatst worden in een inrichting die niet valt onder de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord Holland Noord. In de gevangenis Zuyderbos valt hij nog steeds onder dezelfde regiodirecteur als in het h.v.b. Zwaag. Het beleid hier is
hetzelfde. Verzoeken om medische hulp worden genegeerd en gedetineerden worden verkeerd geïnformeerd als ze een klacht over de medische dienst willen indienen. Ook in Zuyderbos wordt men verwezen naar de maandcommissaris en die zegt daar niet over te
gaan. Inmiddels is dan wel de termijn van twee weken overschreden. Op klagers mededeling dat de maandcommissaris daar niet over gaat, wordt hem het adres van het medisch tuchtcollege verstrekt, dat daar ook niet over gaat. Daar de p.i.w.-ers hier geen
belang bij hebben veronderstelt klager dat dit gebeurt op instructie van hogerop. Deze wijze van informatie verstrekken moet toch zeker 95% van de klachten voorkómen. Klager heeft in h.v.b. Zwaag goede rapporten gekregen van p.i.w.-ers en werkmeesters
en heeft een selectieadvies voor een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) gekregen. Klager verblijft thans op een afdeling voor langgestraften, terwijl hij nog vier maanden moet zitten. Hij kan dit niet goed begrijpen. Er is geen RISc afgenomen maar
klager is wel al tweemaal zonder problemen met verlof geweest. De b.b.i. kan klager gestolen worden, maar hij wenst wel zorg voor zijn medische klachten. Hij heeft al zes maanden last van zijn rechter teelbal. Hij denkt zelf aan teelbalkanker. De
dokter
heeft klager weggestuurd met de boodschap dat, als het op gaat zwellen, hij maar weer een briefje moet invullen. Klager wil een scan in plaats van praatjes. De medische zorg lijkt van zuiver budgettaire aard. Om die reden wil klager weg uit de p.i.
Noord Holland Noord.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager valt, gezien zijn staf van meer dan vier maanden, onder de TR. De RISc kan dan worden afgenomen. Zoals klager zelf laat weten is er een zeer grote kans op recidive. Een volgende keer zou hij het slimmer aanpakken door het delict te plegen op een
rustiger plek. Klager wenst niet aan de TR deel te nemen. Klager zou niet de medische zorg krijgen die hij wenst. Een personeelslid in het h.v.b. Zwaag zou een vriend van het slachtoffer zijn, waardoor hij rancuneus jegens klager zou zijn en medische
zorg hem onthouden zou worden. In Zwaag was hierover niets bekend. Een concrete naam heeft klager niet gegeven. Met een overplaatsing naar Heerhugowaard zou dit probleem opgelost moeten zijn. Klager heeft aangegeven weinig contact te hebben met
familie.
Hij heeft een verlofadres opgegeven in Haarlem. Voor zijn vriendenkring, die voornamelijk in Amsterdam en Haarlem woont, is de reisafstand niet zodanig dat bezoek niet mogelijk zou zijn. De afstand valt binnen de gestelde reistijd en afstandscriterium.
Bij het bespreken van het selectievoorstel heeft klager ook geen voorkeur opgegeven. Hij kon zich vinden in een plaatsing in de b.b.i. Westlinge. Een b.b.i.-plaatsing is vooralsnog geweigerd omdat er eerst een RISc moest worden afgenomen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zuyderbos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is in een gesloten gevangenis geplaatst omdat hij volgens mededeling van de selectiefunctionaris niet wilde deelnemen aan TR. Dit is door klager niet betwist. Overigens stelt klager in zijn beroepschrift dat plaatsing in een b.b.i. ‘hem
gestolen kan worden’ maar dat het hem gaat om een adequate medische verzorging, die hem in de gevangenis Zuyderbos niet zou worden geboden. In het kader van de onderhavige beroepsprocedure zal de beroepscommissie hier verder niet op ingaan.

4.3. Gelet op het hiervoor overwogene is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 juni 2006

secretaris voorzitter

Naar boven