Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0265/TA, 12 juni 2006, beroep
Uitspraakdatum:12-06-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 06/265/TA

betreft: [klager] datum: 12 juni 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 november 2005 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 mei 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught is gehoord [...], juridisch medewerker bij de inrichting.
Klager en zijn raadsman hebben medegedeeld dat zij niet ter zitting zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat klager op 16 juni 2005 zijn advocaat niet mocht ontvangen en spreken op zijn eigen kamer, maar het gesprek moest voortzetten in de gesprekskamer.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Sociotherapie had de regels met betrekking tot het bezoek van de advocaat wel degelijk paraat. Advocatenbezoek heeft al diverse malen plaatsgevonden op
klagers kamer en dat was bekend bij sociotherapie. Klagers rechten zijn wel degelijk geschonden, omdat de sociotherapeutisch medewerker gespreksstof heeft opgevangen toen hij de kamer van klager binnenkwam. Het gesprek had daarna niet meer het karakter
van vertrouwelijkheid, omdat voor iedereen zichtbaar is wie er in de gesprekskamer zitten en gespreksstof gedeeltelijk kan worden opgevangen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep gepersisteerd bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt en daaraan is het volgende toegevoegd. De sociotherapeut heeft niets opgevangen van het gesprek tussen raadsman en klager. Er heeft
geen inhoudelijke schending plaatsgevonden.

3. De beoordeling
Klager meent dat het in artikel 37, zevende lid, Bvt juncto artikel 36, eerste lid aanhef en onder i, Bvt neergelegde recht om zich tijdens het bezoek van de rechtsbijstandverlener vrijelijk met deze te onderhouden, is geschonden. Een vermeende
schending van een in de wet neergelegd recht is naar vaste jurisprudentie van de beroepscommissie beklagwaardig en derhalve zal de beroepscommissie klager ontvangen in zijn beklag.
Klager werd voorheen toegestaan om het bezoek van zijn advocaat te ontvangen op zijn kamer. In verband met een, ook als zodanig door de inrichting erkend, misverstand is hem op 16 juni 2005 door een sociotherapeut verzocht om het gesprek voort te
zetten
in de gesprekskamer. De beroepscommissie is van oordeel dat niet vast is komen staan dat hierdoor het personeel heeft opgevangen hetgeen klager en de raadsman bespraken en dat klagers recht om zich vrijelijk met zijn raadsman te onderhouden zou zijn
geschonden. De beroepscommissie zal het beklag ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. M. Smit en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 juni 2006

secretaris voorzitter

Naar boven