Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0884/GB, 7 juni 2006, beroep
Uitspraakdatum:07-06-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/884/GB

Betreft: [klager] datum: 7 juni 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Köller, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 maart 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Grave, zulks in afwachting van zijn plaatsing in de gevangenis Grave, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 21 augustus 2003 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. Rotterdam te Krimpen aan den IJssel. Op 31 januari 2006 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Grave. Op 1 februari 2006 is hij geplaatst in de gevangenis Grave, waar een regime
van
algehele gemeenschap geldt.

3. Ontvankelijkheid
Het beroep is gericht tegen de beslissing op het bezwaarschrift tegen de beslissing van 26 januari 2006, strekkende tot overplaatsing naar het h.v.b. Grave, in afwachting van plaatsing in de gevangenis Grave, welke laatste plaatsing op 1 februari 2006
is geformaliseerd. Op zich zou een en ander aanleiding kunnen geven om klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn beroep, nu de beslissing welke ten grondslag ligt aan dat beroep niet meer wordt geëffectueerd. De beroepscommissie zal klager evenwel
ontvangen in zijn beroep nu het beroep niet zozeer is gericht tegen de plaatsing in een h.v.b. of gevangenis maar tegen de plaatsing in Grave.

4. De standpunten
4.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat de beslissing op het bezwaarschrift onvoldoende is gemotiveerd. Met de voorkeur van klager is geen rekening gehouden. Voor klager zijn, gelet op de omstandigheid dat hij alleen de Spaanse taal machtig is, de sociale contacten
die hij heeft opgebouwd in Krimpen aan den IJssel erg belangrijk. Hij had in Krimpen aan den IJssel een sociaal netwerk opgebouwd, waarvan hij geheel afhankelijk is. Hij ontvangt immers geen bezoek in Nederland in verband met de grote afstand van
Colombia naar Nederland. Het beroep dient daarom gegrond te worden verklaard en klager dient te worden teruggeplaatst naar Krimpen aan den IJssel. Subsidiair zou klager geplaatst willen worden in het h.v.b. van de locatie Dordtse Poorten in Dordrecht.

4.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 1 februari 2006 is klager geselecteerd voor plaatsing in de gevangenis Grave. Voordien is hij, in afwachting van de formele bestemmingsaanwijzing voor de gevangenis Grave, geplaatst in het h.v.b. Grave. Blijkens het selectieadvies had klager een
voorkeur voor een (interne) doorplaatsing naar de gevangenis te Krimpen aan de IJssel. Argumenten voor een dergelijke plaatsing zijn dat klager slechts de Spaanse taal machtig is, geen bezoek ontvangt en dat het door hem opgebouwde sociale netwerk in
Krimpen aan den IJssel voor hem belangrijk is voor het verdere verloop van zijn detentie. Hoewel een en ander begrijpelijk is, zijn dat geen criteria voor een verder verblijf in Krimpen aan den IJssel. Door de selectiefunctionaris is nader onderzoek
verricht naar klagers opmerking dat hij in Grave in een isolement zou zijn geraakt. In Grave verblijft nog een Spaanstalige gedetineerde zodat klager niet geïsoleerd hoeft te raken.
Reden voor zijn plaatsing in Grave is het gegeven van een goede capaciteitsbenutting, zulks vanwege de uitbreiding van de totale gevangeniscapaciteit. De door klager en zijn raadsman subsidiair verzochte overplaatsing naar het h.v.b. of de gevangenis
Dordrecht is meegewogen bij de beoordeling van het bezwaar. Een dergelijke overplaatsing zou voor klager dezelfde gevolgen hebben als die waartegen hij bezwaar maakt bij zijn plaatsing in Grave.

5. De beoordeling
De op de onder 4.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk te noemen. Daarbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat de
selectiefunctionaris het belang van een goede benutting van de beschikbare celcapaciteit op goede gronden zwaarder heeft mogen laten wegen dan de zijdens klager gestelde persoonlijke belangen. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard. Om die
reden zal de beroepscommissie het subsidiair verzochte buiten beschouwing laten.

6. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 juni 2006

secretaris voorzitter

Naar boven