Nummer: 06/723/GB
Betreft: [klager] datum: 22 mei 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 10 maart 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing en een nadere toelichting op het beroep door de raadsman van klager, mr. A.P. van Stralen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Grave ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 20 maart 2004 gedetineerd. Hij verbleef in huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Utrecht te Nieuwegein. Op 6 januari 2006 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Grave, van waaruit hij op 10 februari 2006 is geplaatst in de gevangenis Grave,
waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klagers enige familielid in Nederland, zijn broer, woont in Amsterdam. Het is voor die broer problematisch om regelmatig naar Grave te reizen om klager te bezoeken. Omdat klager geen verblijfsvergunning heeft, komt hij niet in aanmerking voor verdere
detentiefasering. Klager wil graag geplaatst worden in een gevangenis in de regio Amsterdam. Dat moet op zich ook mogelijk zijn omdat daar meer gedetineerden die geen officiële binding met die regio hebben, worden geplaatst.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Omdat klager in eerste aanleg veroordeeld is tot een gevangenisstraf, komt hij in aanmerking voor plaatsing in een gevangenis. Klager zou bezoek kunnen ontvangen dat afkomstig is uit de omgeving van Alkmaar. Dan zou hij wel in een gevangenis in die
regio geplaatst moeten worden. Momenteel is er geen capaciteit voorhanden in die regio en daarnaast is klager, nu hij illegaal in Nederland verblijft, niet gebonden aan een regio voor zijn detentie. Bij de selectie heeft de selectiefunctionaris
rekening
gehouden met het belang van een optimale benutting van de beschikbare capaciteit.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Grave is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
onredelijk
of onbillijk worden geacht. Daarbij heeft de beroepscommissie in aanmerking genomen dat het belang van een goede benutting van de celcapaciteit in dit geval voor de selectiefunctionaris zwaarder mocht wegen dan het belang van klager met betrekking tot
goede bezoekmogelijkheden.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 22 mei 2006
secretaris voorzitter