Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0110/GB, 8 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:08-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 06/110/GB

Betreft: [klager] datum: 8 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 december 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis De IJssel te Krimpen a/d IJssel en niet in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 25 oktober 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Rotterdam. Op 18 januari 2006 is hij geplaatst in de gevangenis De IJssel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt toegelicht.
Wanneer regelgeving wordt verscherpt, kan je niet met terugwerkende kracht iedereen over één kam scheren. Als je na verscherpte regels niet meedoet aan TR (Risc) is het duidelijk dat dat consequenties heeft. Maar voor die tijd is daar nog geen sprake
van. De rapportage over klager is positief. Het is vooral vanwege de lange wachttijd voor een TR-Risc dat klager in overleg met het BSD van Noordsingel een traject heeft uitgestippeld. Plaatsing in Maashegge is uiteindelijk de keuze geworden. Dit werd
vervolgens volledig goedgekeurd door personeel en afdelingshoofd en opgestuurd naar de selectiefunctionaris. Toen er inmiddels wel iemand van de TR-Risc klager kwam bezoeken, was het eerste wat zij deed zich verontschuldigen voor het lange wachten.
Klagers zaak had allang klaar moeten zijn, maar door personeelstekort en vakanties was dit ernstig vertraagd. Klager heeft toen vriendelijk bedankt en verteld dat hij reeds met het BSD afspraken had gemaakt. Dit was geen probleem. De selectie voor De
IJssel kwam dan ook als een volslagen verrassing. Volgens de selectiefunctionaris waren de regels inmiddels verscherpt, maar dit was nog niet het geval toen klager zijn plan met het BSD had gemaakt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef in de penitentiaire inrichtingen Rijnmond, locatie Noordsingel, waar TR van kracht is. Dat houdt in dat iemand, om in aanmerking te komen voor detentiefasering, eerst een Risc moet worden afgenomen om een goed inhoudelijk detentieplan
op
te kunnen stellen waarin interventies beschreven zijn om de resocialisatie te bevorderen. Klager weigert de Risc, waardoor er geen interventies plaats kunnen vinden in het kader van resocialisatie. Bij weigering van de Risc is het beleid dat geen
fasering kan plaatsvinden en dat iemand alleen geplaatst kan worden in een gesloten setting. Ondanks het feit dat klager zich keurig in de inrichting gedraagt en ook al een goed verlopen verlof heeft gehad, betekent dit nog niet dat hij geen
criminogene
factoren heeft waaraan gewerkt moet worden om tot een goede resocialisatie te komen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI, hierna de Regeling), die op 1 oktober 2000 in werking is getreden, komen naast zelfmelders voor plaatsing in
een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator bij de
beoordeling
daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking),
alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de
gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. Uit het selectie-advies van de inrichting van 22 november 2005 komt naar voren dat klager in eerste instantie in aanmerking kwam voor het project Terugdringen Recidive. Klager gaf direct aan hier niet aan mee te willen werken, omdat het project
naar zijn mening te lang duurt en hij zo snel mogelijk overgeplaatst wil worden. Hij volgt een computercursus, maar zou liever een opleiding lassen willen volgen. Op 9 november 2005 heeft klager een verklaring getekend waarin hij afziet van deelname.
Klager wil het liefst gewoon overgeplaatst worden naar een b.b.i. waarbij zijn voorkeur uitgaat naar de locatie Maashegge te Overloon, omdat zijn vader in de regio woont en hij zijn verloven daar wil doorbrengen.
Het gedetineerdenberaad heeft voldoende vertrouwen in een goed verloop van het vervolg van klagers detentie en adviseert, gezien zijn goede gedrag en functioneren, plaatsing in een b.b.i. met regimaire verloven.

4.5. Uit de registratiekaart van klager komt naar voren dat hij inmiddels driemaal de inrichting heeft verlaten in het kader van algemeen verlof.

4.6. De enige reden om klager niet in een b.b.i. te plaatsen betreft zijn weigering om mee te werken aan TR, waardoor geen Risc kan worden afgenomen.
Klager, die volgens de inrichting van verblijf geschikt wordt bevonden voor plaatsing in een b.b.i., voldoet aan de eisen die artikel 3 van de Regeling aan een dergelijke plaatsing stelt. Klager voldoet niet aan de in het kader van nader beleid
gestelde
voorwaarden in verband met Terugdringen Recidive. Nu echter, naar onweersproken is, klager samen met het BSD van de inrichting een gedetailleerd resocialisatieprogramma heeft opgesteld en klager de inrichting reeds enkele keren in het kader van
algemeen
verlof heeft verlaten, moet de beslissing van de selectiefunctionaris om klager niet in een b.b.i. te plaatsen bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te
worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 8 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven