Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/3072/TA, 2 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:02-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/3072/TA

betreft: [klager] datum: 2 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 oktober 2005 van de beklagcommissie bij tbs-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager en het hoofd van de inrichting zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 6 maart, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle te worden gehoord. Mede door organisatorische problemen in de p.i. Zwolle kon klager, die
wel door DV&O was overgebracht naar voormelde p.i., niet door de beroepscommissie worden gehoord; DV&O heeft klager rond het tijdstip waarop hij gehoord kon worden, terugvervoerd naar klagers inrichting van verblijf. De raadsman van klager, mr.
D.W.H.M.
Wolters, heeft schriftelijk bericht niet aanwezig te zullen zijn en heeft in plaats daarvan schriftelijk het beroep van klager verder toegelicht. Het hoofd van de inrichting is zonder bericht van verhindering niet ter zitting verschenen.
Hoe kwalijk de beroepscommissie het ook acht dat klager is teruggevoerd naar zijn inrichting van verblijf alvorens te kunnen worden gehoord, zij heeft er van afgezien klager alsnog in de gelegenheid te stellen zijn standpunt mondeling toe te lichten
gezien de hierna te noemen uitspraak.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de korting op klagers beloningsgeld voor de niet gevolgde blokken onderwijs.

2. De standpunten
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager meent dat hij ten onrechte is gekort op het beloningsgeld. Hem kan niet worden verweten dat hij de blokken onderwijs niet heeft gevolgd. Hij
kon
de geïndiceerde blokken onderwijs in verband met zijn taalachterstand en gebrekkige intelligentie niet volgen en bijhouden. Het onderwijs was van een te hoog niveau en er was geen persoonlijke aandacht van de leraar voor klager. Het gaat hier niet om
onwilligheid van klager mee te werken, maar om het niet kunnen. Gedurende acht maanden is er door de inrichting geen oplossing hiervoor gezocht. Hem is geen andere arbeid of onderwijs aangeboden, zodat klager weer de maximale beloning kon verdienen. De
passieve houding van de inrichting vindt wellicht zijn grondslag in het feit dat klager reeds sinds 18 maart 2005 is voorgedragen voor herselectie naar een andere tbs-inrichting, omdat de inrichting van mening was dat klager meer thuis hoort in een
inrichting waar hij een persoonlijk op maat toegesneden therapeutisch programma heeft, zoals in Hoeve Boschoord. In afwachting van klagers overplaatsing op 15 oktober 2005 heeft de inrichting een aanpassing van onderwijs/arbeid van klager achterwege of
op zijn beloop gelaten. Hierdoor is klager ten opzichte van andere verpleegden ongelijk behandeld en geschaad in zijn recht op behandeling. Klager heeft meerdere malen aangegeven de lessen niet te kunnen bijhouden. Ook voor de inrichting moet het
duidelijk zijn geweest dat het volgen van onderwijs door klager praktisch onmogelijk was.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In 2005 is er een nieuw beloningssysteem ingevoerd in De Kijvelanden, wat in 2006 opnieuw is aangepast. Hierop is eind 2005
besloten om de bedragen die de patiënten in 2005 op hun beloningsgeld zijn gekort alsnog uit te keren. Aan klager is dit bedrag begin 2006 overgemaakt.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 46, derde lid, Bvt heeft de verpleegde recht op een vergoeding voor het verrichten van werkzaamheden. Ten aanzien van de beloning van verpleegden voor hun deelname aan opdrachten/werkzaamheden in het kader van hun behandeling geldt
de Regeling beloningssysteem verpleegden van 18 oktober 2000, nr. 5054167/00/DJI, en het besluit van 3 januari 2005, nr. 5329001/05/DJI. Het hoofd van de inrichting stelt voor iedere verpleegde vast, in hoeverre deze in staat is
opdrachten/werkzaamheden
te verrichten in het kader van zijn behandeling. De verpleegde die op zichzelf bereid is opdrachten/werkzaamheden in het kader van de behandeling te verrichten krijgt – ongeacht de arbeidsinspanning ten aanzien van (eventueel) aangepaste
opdrachten/werkzaamheden – een uitkering bestaande uit een bepaald deel, tenminste 70% van hetgeen hij had kunnen verdienen (uitgezonderd eventuele financiële bonussen) in het geval van gehele geschiktheid.

Nog daargelaten dat het hoofd van de inrichting geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid inhoudelijk verweer te voeren omtrent de namens klager in beroep aangevoerde gronden, moet gelet op het feit dat de inrichting alsnog tot uitbetaling is
overgegaan van het deel waarop klager is gekort op zijn beloningsgeld, worden uitgegaan van de kennelijke gegrondheid van het beklag. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig aan klager vanwege de
gegrondverklaring van het beroep een tegemoetkoming toe te kennen nu alsnog tot uitbetaling is overgegaan.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 2 mei 2005

secretaris voorzitter

Naar boven