Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0447/GA, 3 mei 2006, beroep
Uitspraakdatum:03-05-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/447/GA

betreft: [klager] datum: 3 mei 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie PI Maashegge te Overloon,

gericht tegen een uitspraak van 26 januari 2006 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 maart 2006, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord [...], unit-directeur bij de locatie PI Maashegge.

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag houdt in de beslissing van de directeur om aan klager geen kopie van een vonnis te verstrekken.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft gevraagd om een kopie van een vonnis, waarbij hij tot een geldboete was veroordeeld. Die is niet verstrekt, omdat de directeur wil voorkomen dat dergelijke stukken in kopievorm door de inrichting gaan en misbruikt zouden kunnen worden. De
medewerkster van het b.s.d. heeft wel aangeboden om alle gegevens te verstrekken zoals parketnummer en de hoogte van de geldboete. Klager kan dit vonnis dan opvragen bij de rechtbank. Bij insluitingpapieren is dit anders.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het verstrekken van grossen en afschriften van gerechtelijke stukken betreft slechts een taak van de directeur indien die stukken rechtstreeks en ter uitreiking aan klager aan de directeur zijn toegezonden; dat in deze niet het geval. Nu bovendien aan
klager is aangeboden om hem alle relevante gegevens te verstrekken en klager zelf een kopie van het vonnis had kunnen opvragen bij de rechtbank, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing om aan klager terzake geen kopie van het betreffende
vonnis te verstrekken niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.W.P. Verheugt en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 mei 2006

secretaris voorzitter

Naar boven