Nummer: 06/167/GB
Betreft: [klager] datum: 7 april 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 januari 2006 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 4 januari 2003 gedetineerd. Hij verblijft in het huis van bewaring De Schie.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Hij wil graag worden overgeplaatst in verband met zijn thuissituatie. Het gaat niet goed met zijn oudste dochter. Dit is mede te wijten aan het feit dat zij haar vader vanwege de reisafstand niet regelmatig, enkel in de vakanties, kan bezoeken. Zij is
eerder al onder behandeling van een kinderpsycholoog geweest. In de weekenden spreekt hij beide dochters slechts enkele minuten, waardoor zij van hem dreigen te vervreemden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het parket Rotterdam en dient derhalve in een h.v.b. in dat arrondissement geplaatst te worden. Slechts wanneer sprake is van bijzondere omstandigheden kan van dit plaatsingsbeleid afgeweken worden. Niet kan worden vastgesteld
of er een verband bestaat tussen de beschreven situatie van de oudste dochter en het niet kunnen bezoeken van haar vader.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
De beslissing van de selectiefunctionaris betreft de afwijzing van een verzoek dat door klager is gedaan nadat hij was ingesloten in een h.v.b. terzake van een feit dat hij zou hebben begaan in de periode dat er sprake was van een penitentiair
programma
in het kader van een eerder opgelegde gevangenisstraf. Voor dat feit is klager inmiddels onherroepelijk veroordeeld.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden, zoals die zich voordeden ten tijde van de bestreden beslissing, niet als
onredelijk
of onbillijk worden aangemerkt. Klager is inmiddels veroordeeld en verblijft als afgestrafte in afwachting van overplaatsing in het h.v.b. Waar aan de bestreden beslissing ten grondslag is gelegd dat klager in het arrondissement van vervolging
gedetineerd moet zijn, is die grond aan de beslissing komen te ontvallen. Daarom moet de bestreden beslissing worden vernietigd. De beroepscommissie draagt de selectiefunctionaris op, al dan niet in de vorm van een selectiebeslissing, een nieuwe
beslissing te nemen binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 april 2006
secretaris voorzitter