nummer: 06/146/GA
betreft: [klager] datum: 4 april 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 19 december 2005 van de beklagcommissie bij de gevangenis Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet meer mogen bestellen van voedingssupplementen voor de sport.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Voedingssupplementen zijn essentieel voor krachttraining. Het extra innemen van eiwitten zorgt voor een goede spierconditie en voorkomt spierafbraak. Er
wordt overdreven gereageerd op de foto in de krant van enkele gedetineerden in Esserheem. Dit is het gevolg van inconsequent gedrag in Esserheem. De orde in de inrichting laat te wensen over. Als het fout gaat, worden de serieuze sporters aangepakt
door
de supplementen uit de inrichtingswinkel te verwijderen. Sport is een uitlaatklep voor de gedetineerden.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Uit de stukken komt naar voren dat de maatregel om voedingssupplementen niet langer te verkopen voor alle gedetineerden in de inrichting geldt. Tegen een dergelijke regeling staat op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw geen beklag open. De
beklagcommissie had klager om die reden niet-ontvankelijk in zijn beklag moeten verklaren. Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 4 april 2006
secretaris voorzitter