Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2776/TA, 26 april 2006, beroep
Uitspraakdatum:26-04-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2776/TA

betreft: [klager] datum: 26 april 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 12 oktober 2005 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 februari 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, kantoorgenote van klagers raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van
voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker. Tevens was aanwezig [...], juridisch medewerker bij de inrichting.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voorzover in beroep aan de orde, de inbeslagname van klagers pc en daaraan gerelateerde goederen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Aanleiding om klagers kamer te onderzoeken en onderdelen daaruit (tijdelijk) in beslag te nemen, is zijn verslechterde psychische toestand geweest, met name de concrete bedreigingen die hij op 4 juli 2005 tegen zijn behandelaren heeft geuit. Klager
bracht, voordat het dreigende incident plaatsvond, steeds meer tijd door achter zijn pc, is van alles in veelvoud gaan verzamelen, waarbij hij tevens enkele documenten dusdanig bleek te beveiligen dat ze niet meer door personeel waren te controleren.
Zo
stelde klager dat hij al tien jaar niet tot handelen is overgegaan, maar dat hij dit nu wel gaat doen en dat deze handelingen onomkeerbaar zullen zijn. Alternatieven voor de gekozen prikkelreducering waren niet voorhanden; klager kreeg en krijgt de
maximale dosering medicatie toegediend en zeer langdurige separatie wordt als niet humaan en niet doelmatig terzijde geschoven. Klager is hierop niet alleen gesepareerd, maar het vermoeden dat een aantal goederen op zijn kamer klagers waansysteem heeft
gevoed, leidde tot de beslissing tot nader onderzoek van de kamerinhoud. Zijn pc en vele honderden cd’s en dvd’s zijn in beslag genomen ter inhoudelijke controle. Klager heeft hiervan eerst op 25 juli 2005 een inbeslagnameformulier ontvangen, dit omdat
het beschrijven van de vele goederen de nodige tijd in beslag nam.
De behandelend psychiater van klager is verhinderd ter zitting aanwezig te zijn. Hij heeft echter verzocht ter zitting nadrukkelijk naar voren te brengen dat prikkelreducering bij patiënten met schizofrenie, zoals klager, onderdeel betreft van state of
the art behandelmethodiek, juist ter beperking van psychotische (waan) symptomen en het daaruit voortvloeiende gevaar. Schizofrenie wordt tegenwoordig gezien als een hersenaandoening, waarbij stoornissen in de verwerking van prikkels uit de
buitenwereld
één van de essentiële onderdelen is. Antipsychotica worden gegeven, deels om symptomen als wanen en hallucinaties te bestrijden en deels om te voorkomen dat deze in de loop van de tijd weer terugkomen. Antipsychotica kunnen voorts helpen als
bescherming
om overprikkeling tegen te gaan. Als medicatie niet voldoende herstellend werkt, is het van belang om vanuit hetzelfde concept overprikkeling door omgevingsfactoren tegen te gaan. Het is derhalve belangrijk om een overzichtelijke en voorspelbare
omgeving te creëren en te handhaven, waarbij het soms nodig kan zijn om extra prikkelreductie te bewerkstelligen; bijvoorbeeld door het (tijdelijk) weghouden van specifieke prikkelbronnen, die vaak individueel bepaald zijn, zoals overmatige
preoccupatie
met het werken op een computer. Wellicht leveren de bij klager in beslaggenomen goederen in zijn algemeenheid geen gevaar op voor de handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting, maar in de specifieke situatie bij deze specifieke patiënt met
zijn specifiek stoornis wel. Het bezit van zovele pc gerelateerde goederen en de pc zelf overprikkelt klager. De overmatige preoccupatie met de pc zelf bevordert de wanen van klager. Van klager is bekend dat deze wanen hem bedreigend maken. Bekend is
dat meer prikkels het psychotische toestandbeeld verergeren, terwijl prikkelreducering in het verleden een positief effect heeft gehad op het gedrag van klager.
De inbeslagname van de pc en de gegevensdragers heeft eveneens gediend om de inhoud ervan conform artikel 29 Bvt te controleren. Afkeuring van deze inbeslagname maakt gedegen onderzoek in kamers van verpleegden onmogelijk. Dit levert onverantwoorde
situaties op als computers (en toebehoren) niet meer tijdelijk mogen worden ingenomen om onderzoek naar de inhoud te doen. Onderzoek bracht aan het licht dat hij documenten dusdanig bleek te beveiligen dat controle onmogelijk was. Bovendien werd een
digitale foto van een medewerker aangetroffen, waarvan onduidelijk is hoe klager daaraan komt en wat hij ermee van plan is. Klagers verklaring dat foto’s in opdracht van medewerkers op cd-rom zijn gezet, wordt door de behandelaren en afdelingspersoneel
niet geloofwaardig geacht. Veel van de goederen waren slechts ingenomen voor onderzoek en zijn na korte tijd al teruggegeven. Na onderzoek zijn niet toegestane afgeschermde onderdelen met toestemming van klager van zijn computer verwijderd.
Overplaatsing naar een meer prikkelvrije afdeling en kamer werd noodzakelijk geacht door de duale afdelingsleiding en de behandelend psychiater. Klager is vervolgens overgeplaatst naar een meer prikkelvrije afdeling in het Kempehuis, zijn dagstructuur
is aangepast, meer rustmomenten op de dag en geen tot weinig prikkelgevoelige activiteiten meer. Door het verblijf op zijn nieuwe afdeling is zijn gedrag min of meer genormaliseerd. De behandelleiding heeft in een bijlage in het behandelplan
vastgesteld
dat klager één uur per dagdeel gebruik mag maken van zijn pc. Daartegen is beklag ingediend.
Belangrijk is dat beperkte mogelijkheden om obsessief op te gaan in het gebruik van zijn pc een positief effect hebben gehad. De kamer is door de staf geordend, maar van de vele honderden mediadragers en de digitale opslagfaciliteiten zouden er minder
op zijn kamer moeten zijn. Zo was eerder bepaald dat klager steeds tien mediadragers op zijn kamer mocht hebben, die hij steeds kon omruilen tegen andere.
Tenslotte is er een groot verschil tussen gegevensdragers als cd-rom’s of dvd’s en een externe harddisk. De externe harddisk is vervaardigd ter opslag van enorme hoeveelheden gegevens daar waar de cd-rom of dvd slechts beperkte informatie kan bevatten.
Onderzoek naar cd-rom’s en dvd’s is veel eenvoudiger uit te voeren en hierop is dus beter toezicht uit te oefenen dan op een externe harde schijf. Na de uitspraak van de beklagcommissie is alles aan klager teruggegeven. De inrichting blijft van mening
dat inbeslagname en in beslaghouden noodzakelijk was en is en verzoekt de beroepscommissie zich daarover expliciet uit te laten.

Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De goederen die in beslag zijn genomen vallen niet onder bijlage II van de huisregels van de inrichting. De inrichting wijst op het gevaar van overprikkeling bij schizofrenie, wat kan leiden tot agressief gedrag. Dit is echter een abstract verhaal en
niet toegespitst op het geval van klager.

Volgens klager is ook zijn persoonlijke administratie in beslag genomen en dat had nooit gemogen. Ook zijn pc, als onderdeel van zijn persoonlijke administratie had nooit in beslag genomen mogen worden. Uit inrichtingsrapportage van oktober 2003 over
hem blijkt eenduidig dat hij toen probleemloos functioneerde. Klager reageert probleemloos zonder medicatie. Klager is niet schizofreen. De psychiater [] liegt keer op keer en de beroepscommissie neemt dat telkens maar over. Volgens klager is er geen
enkele relatie tussen schizofrenie en intensief gebruik van een pc.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan – voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie.
Daarbij is in aanmerking genomen dat in het licht van de gestelde overprikkeling van klager er vanuit behandeloogpunt op zich redenen kunnen zijn om het computergebruik van klager te matigen, hetgeen mogelijk is via aanpassing van het verplegings- en
behandelingsplan, maar dat de thans aangevoerde redenen om het om veiligheidsredenen in beslag nemen en in beslag houden van klagers computer en alle daaraan gerelateerde goederen van klager onder de gegeven omstandigheden de beslissing niet kunnen
dragen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, dr. F. Koenraadt en mr. F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 26 april 2006

secretaris voorzitter

Naar boven