Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2665/TA, 16 maart 2006, beroep
Uitspraakdatum:16-03-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2665/TA

betreft: [klager] datum: 16 maart 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 juli 2005 van de beklagcommissie bij de tbs-kliniek Flevo Future te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 februari 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, kantoorgenote van klagers raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van
voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker bij de inrichting. Als toehoorder was aanwezig [...], afdelingshoofd.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een kamercontrole op 11 november 2004 waarbij een tijdschrift in beslag is genomen en een onjuiste vermelding op een kamerinspectieformulier.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting neemt spullen in beslag, die zij als kinderporno benoemt, terwijl het om gewone stukken gaat. Dit gaat al drie jaar op deze manier. Ook bij
de verlengingszitting tbs wordt aan de rechtbank medegedeeld dat klager zich met kinderporno bezig houdt. De inrichting pleegt echter list en bedrog. Het gaat om foto’s van volwassen modellen. De inrichting neemt ook tijdschriften en kranten in beslag,
waar niet in geknipt is. Op 11 november 2004 is een foto van een model (jongen in boxershort) in beslaggenomen. Dit kwam uit een tijdschrift als het Volkskrantmagazine; klager toont laatst vermeld magazine. Op het kamerinspectieformulier wordt dat
verkeerd beschreven als “foto jongen in slip”. Door de commissie zijn eerder ook uitspraken gedaan dat het niet om expliciet kinderpornografisch materiaal zou gaan, maar om porno in de zienswijze van de behandelaren. Er zijn tientallen afspraken
gemaakt
dat het hoofd behandeling het materiaal wat in beslag is genomen met klager zou bespreken. Dat is echter nooit gebeurd. Klager heeft geen abonnement op een tijdschrift. Tijdschriften rouleren binnen de inrichting, evenals pornoboekjes. Klager knipt
wel
eens wat uit en schrijft daar soms wat over, nl. dat het niet over kinderporno gaat. Hij is niet behandeld in de inrichting, maar mishandeld en heeft daardoor hersenletsel opgelopen. Klager weet niet wat hij nu wel en niet mag. Hij krijgt ook geen
inzage in de dagrapportage. Klager krijgt soms inbeslaggenomen papieren weer terug. Hij heeft daarbij ook de wettelijke aantekeningen en andere stukken van een medeverpleegde gekregen. Hieruit blijkt dat de inrichting niet zorgvuldig met stukken
omgaat.

Namens klager is het volgende daaraan toegevoegd. In klagers behandelplan staat precies wat klager wel of niet mag. Daar staat echter niet in dat klager geen knip-, teken- en/of plakwerk op zijn kamer mag hebben. Uit onderhavige uitspraak van de
beklagcommissie blijkt niet dat het hier knip-, teken- en/of plakwerk betrof, maar kinderporno. Al het inbeslaggenomen materiaal is verdwenen en derhalve kan niet getoetst worden of het hier om pornografische afbeeldingen gaat. Verder kan niemand iets
met een oordeel dat het in de ogen van behandelaren om pornografisch materiaal zou gaan. De klacht had gegrond moeten worden verklaard.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager maakte erotisch getinte plaatjes uit kranten en tijdschriften. Op 8 november 2002 heeft klager een mededeling ontvangen
van
wat hij wel en niet mocht doen. Het ging erom dat hij plaatjes en afbeeldingen maakte in kinderpornografische zin. Daarom is hem verboden knip-, teken- en/of plakwerk van (kinder)pornografisch materiaal op zijn kamer te hebben. Dit verbod heeft te
maken
met klagers delict. Daarover is geen overeenstemming bereikt tussen klager en de inrichting. Elke twee weken vond een kamercontrole plaats. Later is dit veranderd in een driewekelijkse controle. Klager ontving altijd een mededeling wat er in
beslaggenomen was, maar er werd verder niet met hem daarover gesproken. Dit verbod staat niet in zijn behandelplan van 23 augustus 2004, maar had er wel in moeten staan.
Het is wel voorgekomen dat er teveel papieren bij klager in beslag zijn genomen. Klager kreeg bepaalde stukken dan weer terug. Het kamerinspectie formulier van 11 november 2004 en de inbeslaggenomen afbeeldingen zijn, naar moet worden aangenomen nu
deze
niet zijn te vinden, vernietigd. Het ging om materiaal waarvan de inrichting vond dat klager dit niet op zijn kamer mocht hebben. Een boxershort of slip zijn voor de inrichting min of meer hetzelfde. Het door klager ter zitting getoonde magazine is
niet
hetgeen toen in beslag is genomen.

3. De beoordeling
Op 11 november 2004 is op de kamer van klager een aantal afbeeldingen inbeslaggenomen, omdat het volgens de inrichting om pornografisch materiaal zou gaan. Ter zitting is namens het hoofd van de inrichting medegedeeld dat aangenomen moet worden dat de
betreffende afbeeldingen vernietigd zijn en derhalve niet meer kunnen worden overgelegd.
Nu het voor de beroepscommissie niet mogelijk is te toetsen of de inbeslaggenomen afbeeldingen onder de met klager gemaakte afspraken vielen, zal het beroep om die reden gegrond worden verklaard.
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat het van belang was dat aan klager duidelijk was gemaakt, aan de hand van concrete voorbeelden, wat hij wel en niet mocht op het gebied van knip/plakwerk uit kranten en tijdschriften. Dergelijke afspraken
horen in het behandelplan te worden opgenomen.
De beroepscommissie ziet in de gegrondverklaring van het beklag voldoende tegemoetkoming en acht derhalve geen termen aanwezig om daarnaast aan klager een financiële tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming wordt toegekend.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, dr. F. Koenraadt en mr. F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 16 maart 2006

secretaris voorzitter

Naar boven