Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1613/TB, 15 maart 2006, beroep
Uitspraakdatum:15-03-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1613/TB

betreft: [klager] datum: 15 maart 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 28 juni 2005 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager en de Minister hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 6 februari 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager tijdelijk ter observatie te plaatsen in de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht (hierna: Van der Hoevenkliniek) ten behoeve van een second opinion met betrekking tot het al dan niet verlenen van transmuraal
verlof.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 25 februari 1998 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar met aftrek en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is op 3
februari 1999 opgenomen in de TBS-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal. Op 7 oktober 2002 is klager overgeplaatst naar FPC Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht). Op 1 maart 2005 is klager van de dependance van Veldzicht te Hardenberg
teruggeplaatst naar de resocialisatieafdeling De Beuk vanwege het zich niet houden aan de verlofvoorwaarden en alcoholgebruik tijdens zijn transmuraal verlof. Op 9 juni 2005 heeft de Minister beslist dat Veldzicht alle verloven tijdelijk zou opschorten
en tevens alle verloven zou heroverwegen. Na heroverweging van Veldzicht op 21 juni 2005 tot voortzetting van klagers resocialisatietraject, werd in de heroverweging namens de Minister van 24 juni 2005 beslist dat klager nog niet teruggeplaatst kon
worden naar De Beuk en dat een second opinion noodzakelijk was. Klager is op 28 juni 2005 gehoord over de voorgenomen observatieplaatsing in de Van der Hoevenkliniek, waarna diezelfde dag de beslissing is genomen en aan klager is uitgereikt. Op 29 juni
2005 is klager in de Van der Hoevenkliniek geplaatst. Deze kliniek heeft op 13 juli 2005 een second opinion uitgebracht. Vervolgens heeft de Minister het hoofd van Veldzicht op 14 juli 2005 gemachtigd klager transmuraal verlof te verlenen onder
voorwaarde van het opvolgen van de in de second opninion gedane aanbevelingen. Klager is op 15 juli 2005 teruggeplaatst op de transmurale afdeling van Veldzicht.

3. De standpunten
Klager is het niet eens met de beslissing hem ter observatie te plaatsen in de Van der Hoevenkliniek. Hij snapt niets van die beslissing, omdat hij al een paar jaar goed met zijn verloven omgaat, geen drugs gebruikt, geen delicten begaat en al heel ver
is in zijn behandeling in Veldzicht.

De Minister heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van een reeks van onttrekkingen vanuit Veldzicht in april en juni 2005, waaruit een ernstige recidive voortvloeide, is op 9 juni 2005 op aandringen van de Tweede Kamer beslist dat Veldzicht alle verloven tijdelijk zou opschorten en
tevens alle verloven zou heroverwegen. Uit de interne heroverwegingsronde van Veldzicht op
21 juni 2005 kwam naar voren dat klager in februari (lees: maart, BC) 2005 vanuit Hardenberg was teruggeplaatst op de resocialisatieafdeling De Beuk omdat hij zich niet hield aan gemaakte afspraken en tevens alcohol had gebruikt; dat een
resocialisatietraject in de TBS-kliniek De Kijvelanden als gevolg van alcohol en drugs was gestrand en dat hij zich in die kliniek ook schuldig had gemaakt aan een desertie. Daar klager volgens het Divisie Staf Beraad van Veldzicht echter leek te
beseffen wat hij te verliezen had en zich goed begeleidbaar opstelde, adviseerde Veldzicht het uitgezette resocialisatietraject verder te bewandelen. In de heroverweging namens de Minister van 24 juni 2005 is beslist dat klager uit
veiligheidsoverwegingen nog niet teruggeplaatst kon worden naar De Beuk en dat een second opinion noodzakelijk was, onder meer daar klager zich veelvuldig schuldig maakt aan schending van verlofvoorwaarden en Veldzicht niet beschikte over de juiste
machtiging om klager op de resocialisatieafdeling te laten verblijven. Bij brief van 27 juni 2005 heeft het hoofd van Veldzicht de Minister ingelicht over het voornemen om een aantal patiënten tijdelijk over te plaatsen om de interne veiligheid in de
inrichting te kunnen waarborgen en een second opinion te laten uitvoeren. Nadat met de Van der Hoevenkliniek was overeengekomen dat zij de second opinion zou uitvoeren, is beslist dat klager tijdelijk ter observatie voor dat doel in die kliniek wordt
opgenomen. In de gegeven second opinion van 13 juli 2005 heeft genoemde kliniek geadviseerd klager terug te plaatsen op de transmurale afdeling van Veldzicht. Daarbij is aanbevolen dat de gebeurtenissen van de voorbije weken goed met klager besproken
moesten worden, dat het ingezette risicomanagement gehandhaafd moest worden en dat de mogelijkheden van Naltraxongebruik overwogen moesten worden. Tevens is geadviseerd dat Veldzicht samen met een instelling voor verslavingszorg een op preventie van
terugval in middelenmisbruik gerichte vervolgbehandeling zal instellen. Op 14 juli 2005 heeft de Minister het hoofd van Veldzicht gemachtigd klager transmuraal verlof te verlenen onder voorwaarde dat de in de second opinion gegeven aanbevelingen worden
opgevolgd.
Onder de gegeven omstandigheden heeft de Minster alles in werking gesteld om de overlast voor klager tot een minimum beperkt te houden.
Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.

4. De beoordeling
Bij de beslissing tot het plaatsen van een verpleegde ter observatie als bedoeld in artikel 13 Bvt dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Op grond van de stukken staat vast dat klager vanwege het zich niet houden aan de verlofvoorwaarden en alcoholgebruik reeds was teruggeplaatst op de resocialisatieafdeling De Beuk op het moment dat de Minister naar aanleiding van onttrekkingen uit
Veldzicht en ernstige recidive door een andere patiënt van Veldzicht dan klager besloot tot het opschorten en heroverwegen van de verloven van alle patiënten van Veldzicht. In het kader van de heroverweging van klagers verlof heeft de Minister op 28
juni 2005 besloten dat klager ten behoeve van een second opinion tijdelijk ter observatie in de Van der Hoevenkliniek wordt opgenomen, op grond van onder meer de overweging dat klager zich schuldig heeft gemaakt aan schending van verlofvoorwaarden en
Veldzicht niet beschikte over de juiste machtiging om klager op de resocialisatieafdeling te laten verblijven.

In het licht van het vorenstaande kan de beslissing om klager ter observatie tijdelijk te plaatsen in de Van der Hoevenkliniek naar het oordeel van de beroepscommissie in het onderhavige geval, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Nadat genoemde kliniek op 13 juli 2005 de second opinion uitbracht, heeft de Minister op 14 juli 2005 een machtiging voor het aan klager verlenen van transmuraal verlof onder een aantal voorwaarden, die
mede betrekking hebben op het voorkomen van alcoholgebruik, afgegeven, en is klager op 15 juli 2005 teruggeplaatst op de transmurale afdeling De Beuk van Veldzicht. Nu derhalve reeds binnen een tijdsbestek van bijna tweeëneenhalve week na de bestreden
beslissing een second opinion is uitgebracht, een machtiging tot het verlenen van transmuraal verlof is afgegeven en klager op de transmurale afdeling is teruggeplaatst, kan niet worden geoordeeld dat klager door de bestreden beslissing ernstig in zijn
belangen is geschaad.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, dr. F. Koenraadt en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 15 maart 2006

secretaris voorzitter

Naar boven