Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0024/GV, 13 maart 2006, beroep
Uitspraakdatum:13-03-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/24/GV

betreft: [klager] datum: 13 maart 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 november 2005 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof toegewezen en klager met ingang van 16 december 2005 gedurende maximaal 60 uur verlof verleend en daaraan de beperking verbonden dat hij
zich
onder geen beding tijdens zijn verlof mag ophouden in de omgeving van zijn vorig woonadres. Hij heeft een straatverbod opgelegd gekregen.

2. De standpunten
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Aan zijn verlof was een beperking verbonden dat hij zich niet in de Concoursstraat te Krimpen aan den IJssel mocht begeven. Door dit straatverbod heeft hij zijn oma niet kunnen bezoeken. Zij kon hem niet
bezoeken, omdat dat voor haar een te grote fysieke inspanning was. Klager begrijpt niet waarom het straatverbod is opgelegd, aangezien hij het delict in Breda heeft gepleegd.

Namens de Minister is de bestreden beslissing niet nader toegelicht.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis De Geerhorst heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag met de beperking dat hij zich niet in of bij zijn vorige woonadres begeeft, overeenkomstig het advies van de politie.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Breda heeft aangegeven geen bezwaren te hebben tegen inwilliging van het verzoek om algemeen verlof.
De politie Rotterdam-Rijnmond heeft aangegeven in te stemmen met een verzoek om verlof, mits klager een straatverbod voor de Concours te Krimpen aan den IJssel krijgt opgelegd.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek, wegens onder meer diefstal. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 4 oktober 2006. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van één dag te
ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de beperking verbonden aan de toewijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

Gelet op artikel 5, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kunnen bij de verlening van verlof bijzondere voorwaarden worden gesteld, die het gedrag van de gedetineerde betreffen. In de beslissing, noch in het advies van de
politie is onderbouwd wat de reden is aan klager genoemde beperking op te leggen. Ook anderszins valt de rechtvaardiging van het straatverbod uit de stukken niet af te leiden. Dit klemt te meer nu klager zijn delict in Breda heeft gepleegd, zodat van
een mogelijke slachtofferconfrontatie geen sprake kan zijn.
Het beroep van klager zal hierom gegrond worden verklaard. Nu hij zijn verlof reeds genoten heeft en eerst nadien zijn beroep heeft ingesteld, ziet de beroepscommissie geen aanleiding de Minister op te dragen een nieuwe beslissing te nemen. Dit te meer
nu ambtshalve bekend is dat klager nadien een verlof genoten heeft zonder de eerder opgelegde beperking.
Er zijn geen termen klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing voor zover het de opgelegde beperking betreft.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet , secretaris, op 13 maart 2006

secretaris voorzitter

Naar boven