nummer: 05/2685/TA
betreft: [klager] datum: 3 maart 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.Th.M. Zumpolle, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 25 oktober 2005 van de beklagcommissie bij de tbs-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 10 januari 2006, gehouden in de locatie Zoetermeer, zijn gehoord klager en zijn raadsman mr. M.Th.M. Zumpolle.
De vertegenwoordiger van het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de opschorting van klagers transmuraal verlof.
2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij opschorting/intrekking van het transmuraal verlof dient toetsing plaats te vinden aan de gronden als vermeld in artikel 35, derde lid, Bvt. De beklagcommissie heeft echter in de uitspraak onder punt 3.2 een ander toetsingscriterium gehanteerd.
Derhalve kan de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand blijven. De beslissing is onvoldoende onderbouwd. Dat klagers dossier was aangemerkt als risicodossier en om die reden het verlof kon worden ingetrokken, is niet juist. De feiten kunnen de
gronden voor de beslissing niet dragen. De samenwerking tussen klager en de staf van De Blink verliep wat stroef. Het is echter niet juist dat klager therapie zou hebben geweigerd. Het klopt wel dat klager wat somber is, maar dat op grond daarvan een
impulsdoorbraak zou kunnen plaatsvinden, is niet onderbouwd. Dat het klager niet lukt om werk te vinden, kan niet worden opgevat als dreigend gevaar. Het is niet juist dat klager geen openheid wil verstrekken omtrent zijn financiële situatie. Hij heeft
zijn bankrekening, waarbij een creditcard werd verstrekt, geopend met hulp van een medewerker van de inrichting. De argumenten worden er met de haren bijgesleept. De beslissing had getoetst moeten worden zoals de wet dat aangeeft. Dat klager iets
gedaan
zou hebben wat niet door de beugel kan, is niet onderbouwd. Dat klager angstig zou zijn is eerder aan de orde geweest en heeft eerder geen reden gevormd om het verlof in te trekken. Het onderwerp seksualiteit is niet met klager besproken. Klager is wel
eerder verlof verleend, terwijl dit onderwerp toen ook niet aan de orde was geweest. Een dergelijke beslissing wordt genomen ten aanzien van een persoon en niet ten aanzien van een collectief. Inmiddels is klager met ingang van 16 oktober 2005 weer
transmuraal verlof verleend. Klager werkt, sport en volgt een opleiding. Hij slaapt in de inrichting. Het is de bedoeling dat klager de komende twee à drie maanden een eigen woning betrekt.
Het hoofd van de inrichting heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Klagers beklag betreft de beslissing van het hoofd van de inrichting om zijn transmuraal verlof op te schorten. In de Bvt is de mogelijkheid van opschorting van verlof niet opgenomen. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie houdt een
dergelijke opschorting een beperking van vrijheid in die voor klager hetzelfde effect heeft als de intrekking van (transmuraal) verlof als vermeld in artikel 50, derde lid, Bvt en is, met het oog op de door de Bvt beoogde rechtsbescherming van de
terbeschikkinggestelde, een dergelijke beslissing beklagwaardig.
Naar aanleiding van onttrekkingen van tbs-gestelden en de ernstige gevolgen van met name de onttrekking, die op 7 juni 2005 heeft plaatsgevonden, is maatschappelijke en politieke onrust ontstaan. Naar aanleiding van de gebeurtenissen is het landelijk
verlofbeleidskader voor tbs-gestelden aangescherpt en wordt stringenter bezien en getoetst hoe verleend verlof verloopt.
In De Kijvelanden zijn alle verlofdossiers door een multidisciplinair team in heroverweging genomen en beoordeeld op risico. Klagers verlofdossier is na deze heroverweging aangeduid als zogenaamd risicodossier en zijn (transmuraal) verlof is
opgeschort.
Uit de tussentijdse evaluatie van de inrichting van 19 juli 2005, die vooraf is gegaan aan de beslissing tot opschorting van klagers verlof op 27 juli 2005, blijkt dat er geen verbetering wordt geconstateerd in zijn manipulerend gedrag, klager angstig
is, hij geen therapie bij het DOK wil volgen, hij moeite heeft met het aangaan van contacten en het in alle opzichten niet goed met hem gaat. De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het in het evaluatieverslag vermelde, de beslissing van het
hoofd van de inrichting om klagers verlof met het oog op de belangen als vermeld in artikel 50, derde lid, Bvt op te schorten/in te trekken niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Daarbij komt dat na tussentijdse evaluatie klager
inmiddels weer een verloftraject is geboden. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard met
aanvulling van de gronden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, dr. E.B.M. Rood-Pijpers en drs. B. van Dekken, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 maart 2006
secretaris voorzitter