Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/3191/GB, 24 februari 2006, beroep
Uitspraakdatum:24-02-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/3191/GB

Betreft: [klager] datum: 24 februari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 december 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) te Zoetermeer of Den Haag afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 juli 2005 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Roermond. Op 25 oktober 2005 is hij overgeplaatst naar het h.v.b./ISD Rotterdam te Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar een h.v.b. te Zoetermeer of Den Haag als volgt toegelicht.
Klager verbleef in Roermond en het was daar voor hem niet of nauwelijks mogelijk om bezoek te ontvangen. Zodoende heeft hij aanvankelijk meerdere opties aangegeven voor overplaatsing. Hij heeft zich echter niet gerealiseerd dat hij niet in het h.v.b.
dat zijn eerste keuze was terecht zou komen en dat overplaatsing een vervolgoverplaatsing in de weg zou staan. Klagers zoon van veertien jaar oud is aan de linkerzijde van zijn lichaam spastisch en hij bezoekt het bijzonder onderwijs. De school wil
zijn
zoon maximaal éénmaal per maand een dag vrij geven om op bezoek te komen. Een zeer begrijpelijk besluit omdat anders een leerachterstand onvermijdelijk is, maar éénmaal per maand is beslist te weinig. Zijn ex-vrouw moet zijn zoon als deze klager wil
bezoeken een dag van school houden. Als klager in Zoetermeer of Den Haag zou verblijven, zou zijn zoon een halve dag school missen. Het is ook niet mogelijk om zijn zoon te bellen omdat klagers recreatietijden dat niet toelaten. Zijn zoon slaapt de
laatste tijd erg slecht en is zeer emotioneel omdat zijn vader gedetineerd is. Klager wil zijn zoon graag zien en steunen en zijn zoon wil hem ook graag zien.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 25 oktober 2005 overgeplaatst vanuit het h.v.b. Roermond naar het h.v.b./ISD Rotterdam te Krimpen aan den IJssel. Klager heeft het overplaatsingsverzoek gedaan om bezoek te kunnen krijgen van zijn kinderen opdat ze niet zoveel behoeven te
verzuimen van school. Klager heeft verschillende mogelijkheden voor overplaatsing opgegeven, waaronder Krimpen aan den IJssel. Drie dagen na overplaatsing heeft hij een nieuw overplaatsingsverzoek ingediend met als nieuw argument dat zijn zoon op een
bijzondere school zit waardoor het moeilijker zou zijn om in Krimpen aan den IJssel op bezoek te komen. Dit argument heeft klager niet eerder vermeld. Het nieuwe overplaatsingsverzoek is afgewezen omdat klager geplaatst is in een inrichting die hij
zelf
heeft genoemd. Hij is zelfs geplaatst buiten het arrondissement Breda, voor welk parket hij preventief is ingesloten. Klager is voldoende tegemoetgekomen in zijn verzoek en de aanvullende reden om wederom overplaatsing aan te vragen is niet urgent
genoeg om opnieuw een overplaatsingsverzoek te honoreren.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klagers eerdere verzoek tot overplaatsing in verband met het bezoek van zijn kinderen is gehonoreerd. Hij is van Roermond overgeplaatst naar het h.v.b. te Krimpen aan den IJssel, één van de plaatsen waarvoor hij zijn voorkeur had uitgesproken.
Inmiddels is klager van mening dat deze overplaatsing toch niet is wat hij ervan verwachtte omdat zijn zoon een dag school moet missen om hem te bezoeken. Bij overplaatsing naar Zoetermeer of Den Haag zou klagers zoon een halve dag school moeten missen
en om die reden prefereert klager nu overplaatsing naar Zoetermeer of Den Haag. De beroepscommissie is van oordeel dat, nu klager nog maar kortgeleden op eigen verzoek is overgeplaatst naar het h.v.b. waar hij thans verblijft in verband met het bezoek
van zijn kinderen, de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 24 februari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven