Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1979/GB, 21 februari 2006, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/1979/GB

Betreft: [klager] datum: 21 februari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 augustus 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 23 september 2005 in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikten (b.g.g.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 10 november 1998 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Zutphen. Op 26 juli 2005 is hij overgeplaatst naar de b.g.g. Nieuw Vosseveld, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

2.2. Bij uitspraak van 12 januari 2006, met nummer 05/2335/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 14 september 2005 van de beklagcommissie bij de
gevangenis Zutphen betreffende een disciplinaire straf van 14 dagen opsluiting in een strafcel, wegens vernieling van de celinventaris, ongegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing op 23 september 2005 als volgt toegelicht.
Klager was reiniger in Zutphen. Hij voert aan dat als hij werkelijk zo was zoals ze hem hebben omschreven, hij geen reiniger was geweest. Klager was tot het einde toe reiniger en is er zelf mee gestopt. Dat zijn bezoek zou handelen in drugs is een
leugen van de directeur. Klager kan zich voorstellen dat wanneer een selectiefunctionaris een dergelijk rapport krijgt, hij de betreffende gedetineerde overplaatst. Klager heeft nooit in drugs gehandeld en heeft ook geen drugs gebruikt. Hij mocht al
snel reiniger worden en dat vonden de medegedetineerden niet leuk. Klager krijgt alleen bezoek van zijn vader en zijn broertje. Hij is ervan overtuigd dat zij niet in drugs handelen. Zijn vader heeft zelfs nog nooit een bekeuring gehad. Het bezoek van
klager werd elke keer gefouilleerd. Klager heeft toen geopperd dat zijn bezoek maar op de parkeerplaats moest worden gefouilleerd, door de politie. Zo is men op het idee gekomen dat er door het bezoek van klager op de parkeerplaats werd gehandeld in
drugs. Het bezoek van klager blijft inmiddels weg door de fouillering. Deze situatie is ontstaan doordat de vogel van klager een keer over de afdeling vloog. Klager was op dat moment in de keuken en één van de medegedetineerden heeft expres de deur
opengedaan.
Klager wilde graag uit Zutphen weg om problemen te voorkomen. Hij had eerder in de p.i. Veenhuizen gezeten, waar hij geen problemen had. Om die reden wilde hij daar wel weer naartoe. Hij was vanwege zijn zieke vader naar Zutphen overgeplaatst.
Met betrekking tot de vernieling van de celinventaris op 11 juli 2005 heeft klager een klaagschrift ingediend. Dit beklag is ongegrond verklaard en klager is van plan in beroep te gaan.

3.2. De selectiefunctionaris verwijst in haar reactie op het beroep naar de uitvoerige omschrijving in haar selectiebeslissing.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Een tot gevangenisstraf veroordeelde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, tenzij hiervoor op grond van de persoonlijkheid en/of het gedrag van de betrokkene gewichtige contra-indicaties bestaan.
In
de overplaatsingsrapportage wordt klager omschreven als iemand die graag de touwtjes in handen heeft en grensverleggend bezig is. Ook in de periode dat klager afdelingsreiniger was, was hij grensverleggend bezig. Hij probeert zoveel mogelijk
medegedetineerden mee te trekken in zijn negatieve gedrag. Het bezoek van klager verhandelde drugs op de parkeerplaats, waarna “binnen” werd afgerekend. Hierbij zette klager medegedetineerden onder druk om te betalen.
Klager heeft bovendien zijn celinventaris vernield. Het beroep van klager tegen de hem hiervoor opgelegde disciplinaire straf is door de beroepscommissie ongegrond verklaard.
De beroepscommissie is, gelet op de verstrekte gegevens omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag, van oordeel dat er sprake is van de hiervoor genoemde contra-indicaties. De beslissing van de selectiefunctionaris om klager te plaatsen in een
gevangenis
met een regime van beperkte gemeenschap moet derhalve niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 21 februari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven