Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2945/GA, 16 februari 2006, beroep
Uitspraakdatum:16-02-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2945/GA

betreft: [klager] datum: 16 februari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de bij beslissing van 15 september 2005 door de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Rotterdam te Krimpen aan den IJssel toegekende tegemoetkoming,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b./ISD in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 2,50,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet mogen bellen met zijn raadsman, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat – zoals blijkt uit de uitspraak van de beklagrechter – sprake is geweest van de schending van een grondrecht van klager. Alleen al om die reden zou er een hogere
tegemoetkoming toegekend moeten worden. Klager is van mening dat hem ofwel een hoger bedrag moet worden geboden ofwel een tegemoetkoming in “natura” zoals een mogelijkheid tot bezoek zonder toezicht of een ander bezoekprivilege.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Als maatstaf daarvoor kunnen
dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het, terwijl hij in beperkingen verbleef, een aantal malen ondanks een daartoe gedaan verzoek, niet mogen telefoneren met zijn raadsman.

De beroepscommissie stelt voorop dat de tegemoetkoming niet is bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om
schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De directeur heeft geen beroep ingesteld tegen de gegrondverklaring van het onderliggende beklag. Die beslissing van de beklagrechter is daarom onherroepelijk. Om die reden kan er vanuit worden gegaan dat het in artikel 39, vierde lid, van de Pbw,
vastgelegde recht van klager meermalen is geschonden. Hiervan uitgaande is een tegemoetkoming van € 2,50 onvoldoende. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 februari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven