Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/3012/GB, 15 februari 2006, beroep
Uitspraakdatum:15-02-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/3012/GB

Betreft: [klager] datum: 15 februari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 december 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 27 september 2005 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Arnhem-Zuid.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Almere-Binnen als volgt toegelicht.
Klager zit al sinds 30 september 2005 in het h.v.b. Arnhem-Zuid. Sindsdien heeft hij geen enkele keer bezoek gehad van zijn familie, zijn ouders of van zijn dochter van één jaar oud. De familie kan niet op bezoek komen, omdat zij allemaal werken en de
reistijd van Almere naar Arnhem-Zuid is anderhalf uur. Dit betekent dat zij een halve dag vrij moeten nemen om klager te kunnen bezoeken en dat is niet mogelijk. Klagers ouders zijn bejaard en te ziek om ver te reizen. Het doet klager veel verdriet dat
ze hem niet kunnen bezoeken. Zijn ex-vriendin leeft van een bijstandsuitkering en kan het niet opbrengen om hem met zijn dochter te bezoeken. Zelfs klagers kleding kan niet gebracht worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen omdat klager ingesloten is voor het parket Arnhem. Gedetineerden worden in principe zoveel mogelijk binnen het eigen arrondissement geplaatst omwille van de beschikbaarheid voor de rechtsgang en daarmee samenhangende
transporten. In een enkel geval wordt van dit standpunt afgeweken. Hiertoe is wel een onderbouwing van een (medisch) deskundige nodig. In het geval van klager worden geen argumenten gezien om van dit standpunt af te wijken. Zijn verzoek is niet
onderbouwd met een schriftelijke verklaring van (medisch) deskundigen. Problemen voor het bezoek zijn inherent aan een detentie. Wanneer zijn ex-vriendin financiële problemen ondervindt met betrekking tot het bezoek kan zij bij de gemeentelijke sociale
dienst een tegemoetkoming in de onkosten aanvragen. Bij navraag in de inrichting bleek dat klager in de maand november viermaal bezoek heeft gehad. Dit is in tegenspraak met zijn eigen verklaring. Het is voor de familie van klager ongetwijfeld lastig
om
klager te bezoeken. In dit geval was het feit dat een preventief gehechte zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting ingesloten dient te worden zwaarwegender. Mocht klager veroordeeld worden en in aanmerking komen voor selectie voor een
gevangenis,
dan kan hij zijn voorkeur uitspreken voor een plaatsing in de omgeving van Almere.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. Almere-Binnen in verband met zijn bezoek. De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek afgewezen omdat gedetineerden zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting worden geplaatst om een
zo goed mogelijke en efficiënte rechtsgang te waarborgen. De beroepscommissie is van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd over zijn bezoekmogelijkheden is, nu dit niet is onderbouwd met een (medische) verklaring, onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 februari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven