Nummer: 05/3047/GB
Betreft: [klager] datum: 14 februari 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 29 november 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 13 augustus 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Haarlem. Op 11 november 2005 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Alphen aan den Rijn.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
De redenen voor het ongegrond verklaren van klagers bezwaarschrift zijn uit de lucht gegrepen. Klager heeft niemand bedreigd, noch heeft hij schulden. Hij is op vele manieren benadeeld door de overplaatsing, hetgeen hij graag mondeling wil toelichten.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst vanwege het feit dat er in het h.v.b. Haarlem bij de directeur signalen binnenkwamen dat klager schulden had en dat medegedetineerden hem hiervoor ter verantwoording zouden gaan roepen. Bij klager is op een gegeven moment een
celcontrole uitgevoerd, waarbij een aantal attributen is gevonden die klager niet in zijn bezit mocht hebben, waaronder een wikkel met een kleine hoeveelheid harddrugs. Op grond hiervan is klager een disciplinaire straf opgelegd van tien dagen. Tijdens
deze straf hebben medegedetineerden verklaard dat klager betrokken was bij handel in drugs. Ook zou hij schulden hebben bij medegedetineerden en die hadden het plan opgevat om klager hiervoor ter verantwoording te roepen. Om grote onrust binnen het
h.v.b. Haarlem te voorkomen, heeft de directeur verzocht om klager over te plaatsen naar een andere inrichting. De directeur kon, gelet op de hardnekkige geruchten, in het h.v.b. Haarlem niet instaan voor klagers veiligheid. Op grond hiervan is
besloten
om klager over te plaatsen.
4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af.
4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.3. Bij een celinspectie zijn in klagers cel voorwerpen aangetroffen zoals negen naaldjes, pillen, een wikkel met cocaïne en twee zakjes met weed. Omdat de directeur uit verklaringen van medegedetineerden was gebleken dat klagers naam in verband
werd gebracht met handel in drugs en dat klager voorts schulden zou hebben bij medegedetineerden en zij verhaal wilden halen bij klager, heeft hij de selectiefunctionaris verzocht om klager over te plaatsen. De beroepscommissie is gelet op het
vorenstaande van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 februari 2006
secretaris voorzitter