Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2972/JB, 10 februari 2006, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2972/JB

Betreft: [klager] datum: 10 februari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1986], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 24 november 2005 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 januari 2006, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder zijn gehoord [...], selectiefunctionaris, en [...], medewerker juridische zaken.

Klager is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de opvanginrichting Teylingereind te Sassenheim afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 16 maart 2004 gedetineerd. Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 1 juni 2005 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.-maatregel) opgelegd. De maatregel is tenuitvoergelegd in
de
behandelinrichting De Hartelborgt te Spijkenisse. Op 2 november 2005 is klager ter herselectie overgeplaatst naar de opvanginrichting Den Hey-Acker te Vught. Op 10 januari 2006 is hij geplaatst in de behandelinrichting Harreveld te Harreveld.

3. De standpunten
Klager heeft het beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek door de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager wil graag overgeplaatst worden naar Teylingereind in verband met zijn bezoek. In Vught is er geen mogelijkheid voor hem om bezoek te
krijgen. Bezoek is heel belangrijk voor hem. Op 25 november 2005 is zijn oma gestorven en hij heeft zijn familie nu hard nodig.

De selectiefunctionaris heeft de beslissing tot afwijzing van het verzoek als volgt
toegelicht.
In De Hartelborgt was er enige tijd sprake van een zeer dreigende houding van een groep, waar klager deel van uitmaakte. Vier van de jeugdigen zijn intern overgeplaatst en voor vier andere jeugdigen, waaronder klager, is een externe overplaatsing
aangevraagd. De selectiefunctionaris heeft beslist om klager over te plaatsen naar de opvanginrichting Den Hey-Acker te Vught. Den Hey-Acker vervult een achtervangfunctie voor de regio Rotterdam. Met deze overplaatsing is voldaan aan het uitgangspunt
van regioplaatsing. In de locatie Vught kon klager het snelst geplaatst worden. In verband met het bezoek van zijn ouders is het voorstel gedaan om klager over te plaatsen naar de locatie Breda van Den Hey-Acker. Het traject Rotterdam-Breda is korter
dan Rotterdam-Vught. Klager is hiermee niet akkoord gegaan, omdat zijn ouders wel de weg weten naar Teylingereind, maar niet naar Breda. Teylingereind is een inrichting bestemd voor strafrechtelijk geplaatsten van de regio Den Haag en vanwege de
schaarse capaciteit is die regio al zwaar belast.
In de schriftelijke reactie van de selectiefunctionaris van 24 november 2005 staat vermeld dat na een negatieve plaatsing elders het recht op een terugplaatsing komt te vervallen. Dit is niet correct geformuleerd. Er wordt dan heel kritisch geoordeeld,
maar op zich behoort terugplaatsing wel tot de mogelijkheden.

4. De beoordeling
Klager ondergaat de p.i.j.-maatregel. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
Klager is in verband met een dreigende sfeer in de behandelinrichting De Hartelborgt ter herselectie overgeplaatst naar de opvanginrichting Den Hey-Acker te Vught. Vervolgens heeft klager verzocht om overplaatsing naar de opvanginrichting
Teylingereind.
De beroepscommissie is van oordeel dat, nu klager terstond overgeplaatst diende te worden en hij geplaatst is in de opvanginrichting, waar hij het eerst geplaatst kon worden, Den Hey-Acker die een achtervangfunctie vervult voor de regio Rotterdam,
terwijl Teylingereind is aangewezen als opvanginrichting voor het arrondissement Den Haag, de beslissing om klagers verzoek af te wijzen, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk kan worden genoemd. Hetgeen
klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen, nu klager als alternatief overplaatsing naar Den Hey-Acker te Breda is aangeboden - de reisafstand Rotterdam-Breda wordt door de
beroepscommissie acceptabel geacht - en klager van dit aanbod geen gebruik heeft gemaakt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. D.A.N. Bartels, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 februari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven