nummer: 05/2178/TA
betreft: [klager] datum: 12 januari 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming bij uitspraak van 2 september 2005 van de beklagcommissie bij de tbs-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet bespreken van een evaluatieverslag en het niet verwerken dan wel aanhechten van klagers schriftelijk commentaar op
dat verslag, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De mondelinge behandeling van zijn klaagschrift van 3 december 2004 vond plaats op 21 januari 2005, waarna de beklagcommissie pas op 26 april 2005 uitspraak heeft gedaan. Ruim vier maanden later is een geldelijke tegemoetkoming toegekend op grond van
de
overweging dat de rechtsgevolgen van bestreden beslissing van het hoofd van de inrichting niet meer ongedaan zijn te maken. Klager kan zich daarmee niet verenigen. Een tegemoetkoming staat niet in verhouding tot de schending van zijn recht op een
eerlijke procedure. Bovendien kunnen de rechtsgevolgen wel degelijk nog ongedaan gemaakt worden door klagers schriftelijke opmerkingen alsnog te verwerken in het verslag. Hij heeft daar zeer groot belang bij, omdat hij voor een longstayplaatsing is
voorgedragen en de beoordelende commissie geen rekening heeft willen houden met een door klager zelf opgesteld commentaar. Als het commentaar van klager in het verslag was meegenomen, had de beoordelende commissie wellicht een heel ander beeld van
klager gekregen en een andere beslissing genomen. Nu moet klager de plaatsingsbeslissing afwachten voordat hij beroep kan instellen. Het evaluatieverslag dient derhalve alsnog te worden aangepast en aan de beoordelende commissie te worden gezonden,
zodat wellicht de beslissing kan worden herzien. Klager heeft sterk de indruk dat de wijze waarop men over hem heeft gerapporteerd een voor hem zeer nadelige invloed heeft gehad op het verloop van zijn behandeling. Het komt op klager over alsof men
bewust informatie achterhoudt om op die manier beslissingen te forceren. Gezien de complexe inhoud van de zaak verzoekt klager de beroepscommissie vriendelijk doch dringend om hem in de gelegenheid te stellen een en ander, in het bijzijn van zijn
raadsman, mondeling toe te lichten ter zitting.
Het hoofd van de inrichting heeft daarop als volgt gereageerd.
Klagers schriftelijke opmerkingen zijn al deels verwerkt in het evaluatieverslag en deels gehecht aan dat verslag, dat zich in het patiëntendossier van klager bevindt.
3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken voldoende voorgelicht en wijst het verzoek van klager om zijn beroep mondeling toe te lichten af. Daarbij is in aanmerking genomen dat in de onderhavige procedure uitsluitend de vaststelling van
een geldelijke tegemoetkoming door de beklagcommissie aan de orde is en niet kan worden ingegaan op de inhoud van ten aanzien van klager opgestelde evaluatieverslagen dan wel over hem opgestelde rapportages.
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. De tegemoetkoming is niet
bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan.
Nu blijkens de inlichtingen van het hoofd van de inrichting klagers schriftelijke commentaar op het evaluatieverslag deels daarin is verwerkt en voor het overige is aangehecht aan het evaluatieverslag, zijn er geen termen aanwezig om aan klager een
geldelijke tegemoetkoming toe te kennen. Waar de wetgever een groot belang toekent aan het evaluatieverslag en de ter beschikking gestelde een beklagwaardig recht geeft op het leveren van schriftelijk commentaar op dat verslag, dat daarin verwerkt dan
wel daaraan gehecht dient te worden, en klager heeft gewezen op zijn belang dat het met zijn commentaar aangepaste evaluatieverslag alsnog kenbaar wordt gemaakt aan de over zijn longstayindicatie beoordelende commissie, dient het aangepaste
evaluatieverslag alsnog aan genoemde commissie te worden toegezonden met het verzoek aan te geven of, dan wel in hoeverre, de inhoud daarvan aanleiding geeft tot heroverweging van het afgegeven advies over klagers longstayindicatie.
De beroepscommissie komt derhalve tot het oordeel dat het toekennen van een geldelijke tegemoetkoming in dit geval onjuist is. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat het hoofd van de inrichting het met klagers commentaar aangevulde evaluatieverslag alsnog doorzendt aan de over klagers longstayindicatie
beoordelende commissie met het verzoek aan te geven of en in hoeverre dit aanleiding geeft tot heroverweging van het afgegeven advies over klagers longstayindicatie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit, mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. J.M. van der Vaart en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 12 januari 2006
secretaris voorzitter