Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2421/TA, 16 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2421/TA

betreft: [klager] datum: 16 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.A. Heidanus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 september 2005 van de beklagcommissie bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 december 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], staffunctionaris
juridische zaken.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de separatie van klager ingaande op 30 maart 2005;
b. de toediening van dwangmedicatie op 31 maart 2005 en
c. de plaatsing in bloktijden ingaande op 17 maart 2005.

De beklagcommissie heeft het beklag in al zijn onderdelen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a.:
Klager had problemen met zijn toenmalige hoofdbehandelaar. Klager is wel boos geworden, maar heeft niet gedreigd. Er was sprake van emotie en frustratie, omdat klager voor resocialisatie zou worden opgenomen in de FPK Assen. Klager heeft een fout
gemaakt en als gevolg daarvan is het resocialisatietraject stopgezet. Hij heeft een bijna fatale zelfmoordpoging ondernomen. Hij was depressief en verward. Volgens het gerechtshof is klager door de ontwikkelingen zo verward geraakt dat het niet in de
rede ligt dat aan hem meer vrijheden worden toegekend. Geadviseerd is om de levenslange gevangenisstraf om te zetten in tbs. De separatie van klager was een te zwaar middel. Klager is substantieel beperkt in zijn vrijheden.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Klagers medisch en psychische toestand was verslechterd. Hij is behoorlijk achteruitgegaan. Klager heeft bijna een maand in een kale cel verbleven en was van essentiële vrijheden beroofd. Voorheen kreeg klager ook dwangmedicatie toegediend, maar dit is
gestopt in het penitentiair ziekenhuis. Na terugkomst in de Van Mesdagkliniek werd de dosis onvoldoende geacht en is dwangmedicatie toegediend, omdat dit noodzakelijk zou zijn ter afwending van gevaar voor klagers gezondheid en gevaar voor anderen. Hij
was echter hoogstens lastig en dwingend. Het afgelopen jaar heeft klager op geen enkel moment geweld gebruikt. Hij heeft nooit tegengewerkt. Hij heeft de laatste periode geen reëel gevaar opgeleverd. De dwangmedicatie is toegediend op 31 maart 2005 op
een moment dat hij al gesepareerd was. Derhalve was er geen noodzaak tot het toedienen van dwangmedicatie. Dit was niet proportioneel. Vanuit de separatiesituatie was klager met enige drang er toe te brengen om zwaardere medicatie te gebruiken. Het
personeel vond klager te druk. Het klopt wel dat hij medicatie nodig had. Er is hem 400 mg. Cisordinol toegediend. Er had eerst een alternatief betracht dienen te worden. Volgens de inrichting is het protocol toegepast, maar er is geen dag gewacht
alvorens klager dwangmedicatie is toegediend. Voorts is de beslissing zo ingrijpend dat deze niet door het hoofd van de afdeling genomen had dienen te worden, maar door het hoofd van de inrichting. Klager heeft nooit gewild dat er afgezien werd van het
horen. De beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn geschonden. Klager is momenteel niet helder van geest in verband met de dwangmedicatie. Hij kan amper eten en drinken. Klager heeft zich niet verzet tegen het toedienen van
dwangmedicatie. Hij is het er niet mee eens, verwoordt dat, maar verzet zich niet.
Met betrekking tot onderdeel c.:
De plaatsing in bloktijden was niet nodig.
Klager verblijft al negen jaar in de inrichting. Hij is bezig met de Libermann-module. Hij heeft geen vertrouwen meer in de kliniek. De psychiater denkt alleen aan pilletjes. Hij wil weg uit de Van Mesdagkliniek.
Hij is altijd medicijntrouw geweest. Hij had gevraagd om plaatsing op een afdeling voor intensieve zorg, maar hij moest terug. Hij kon het niet meer bolwerken.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot onderdeel a.:
De toenmalige coördinerend hoofdbehandelaar voelde zich behoorlijk verbaal bedreigd door klager. De bedreiging vormde de aanleiding voor de separatie.
Met betrekking tot onderdeel b.:
Er is een extern deskundige geraadpleegd. Het protocol toediening dwangmedicatie is volledig gevolgd. Ondanks de wens van de Van Mesdagkliniek om klagers dwangmedicatie in het penitentiair ziekenhuis te continueren, is dat niet geschied. De
voortzetting
van toediening dwangmedicatie aan klager wordt iedere twee weken besproken. Klager wordt telkens gehoord alvorens de medicatie wordt toegediend. Hij verzet zich niet tegen de toediening. De beslissing tot toediening dwangmedicatie is genomen door een
psychiater, die door de Minister is aangewezen als plaatsvervanger van het hoofd van de inrichting.
Met betrekking tot onderdeel c.:
Klagers bloktijden zijn vastgelegd in het verplegings- en behandelingsplan. Het beklag is niet beklagwaardig. De tijden zijn niet exact vastgelegd. Klager kan met zijn gedrag vrijheden verdienen en weer kwijtraken. Hij heeft wel minimaal vier uur per
dag op de groep verbleven. Het zit niet tegen afdelingsarrest aan.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a. en b.:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie met betrekking tot onderdeel b. nog dat, hoewel dit niet is opgenomen in het inrichtingsprotocol dwangmedicatie, het wenselijk is om na het moment van uitreiking van de schriftelijke mededeling toediening
dwangmedicatie één werkdag te wachten met de feitelijke toediening van de dwangmedicatie om de tbs-gestelde de gelegenheid te bieden tot het instellen van een rechtsmiddel.
Met betrekking tot onderdeel c.:
Klager meent dat zijn bewegingsvrijheid binnen de kliniek, als vermeld in artikel 31 Bvt, is geschonden, nu hem in afwijking van het dagprogramma zogenaamde bloktijden zijn opgelegd. Een beklag betreffende een vermeende schending van een in de wet
neergelegd recht van een verpleegde is naar vaste jurisprudentie van de beroepscommissie in beginsel beklagwaardig. In dit licht beschouwd, overweegt de beroepscommissie dat zij, als niet of onvoldoende weersproken, aanneemt dat de beperkingen in
klagers bewegingsvrijheid hem zijn opgelegd in verband met dreigende opmerkingen naar zijn voormalig coördinerend hoofdbehandelaar en dat het minimum aantal uren in de groep doorgebracht, voorgeschreven in artikel 31, tweede lid, Bvt, in acht is
genomen, zoals ter zitting van de beroepscommissie gesteld namens het hoofd van de inrichting. Gelet op het hiervoor vermelde zal het beroep ongegrond worden verklaard.
Overigens verdient het aanbeveling om schriftelijk vast te leggen en te concretiseren waaruit de opgelegde bloktijden bestaan.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. dr. E.J. Hofstee en prof. dr. F.A.M. Kortmann, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven