nummer: 05/1866/GA
betreft: [klager] datum: 9 januari 2006
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 7 juli 2005 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Haaglanden te Zoetermeer, voorzover deze de beslissing omtrent de tegemoetkoming betreft,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld h.v.b. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Van de raadsman van klager, mr. P.H.W. Spoelstra, is per brief 22 november
2005 een nadere toelichting op het beroep ontvangen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
Op grond van artikel 69, eerste lid, Pbw is beroep mogelijk binnen zeven dagen nadat de beklagcommissie mondeling uitspraak heeft gedaan. Het beroep is gericht tegen de mondelinge uitspraak van de beklagcommissie van 7 juli 2005, voorzover deze inhield
dat na het horen van de directeur zal worden bepaald welke tegemoetkoming aan klager zal worden verstrekt. Dit betreft echter een tussenbeslissing waartegen geen beroep openstaat. Gelet op het vorenstaande dient klager niet-ontvankelijk in zijn beroep
worden verklaard.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 9 januari 2006
secretaris voorzitter