Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2261/GA, 2 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:02-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2261/GA

betreft: [klager] datum: 2 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Tilburg,

gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming van 2 september 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gedaan ten behoeve van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 140,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het gedurende een periode van zes maanden geen (computer)onderwijs verstrekt krijgen, op de gronden als in de aangehechte
uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft zijn beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te hoog omdat de beklagcommissie geen onderscheid heeft gemaakt in de zwaarte, belangrijkheid en verschil tussen de regiemsactiviteiten luchten, kerk en bezoek en de resterende
activiteiten. In klagers geval betrof het onderwijs. Het was een vorm van educatie, die uit zelfstudie op de computer bestond. Er was geen noodzakelijke inspanningsplicht voor de inrichting, omdat het hier geen zeer basale vormen van educatie betrof
als
leren lezen en of schrijven. In het dagprogramma van zijn afdeling stond één uur computeronderwijs per week aangegeven. Om de maximale onderwijsmogelijkheden te benutten hanteerde men echter het principe dat bij onvoldoende deelname van de
contractgroep, er tweemaal per week computeronderwijs gevolgd kon worden. Klager behoorde tot de groep die deze mogelijkheid geboden werd. Vanaf het moment dat met het onderwijs is gestopt, tot het moment dat klager werd overgeplaatst, heeft klager in
het totaal 55 lesmomenten gemist.

Klager heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren op het beroep van de directeur.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Als maatstaf daarvoor kunnen
dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het gedurende 28 weken missen van (computer)onderwijs.
De beklagrechter heeft bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming een uitspraak van de beroepscommissie (met kenmerk 03/908/GA d.d. 8 juli 2003) als uitgangspunt genomen. In die uitspraak heeft de beroepscommissie aan de klager een
tegemoetkoming toegekend van € 5,= voor het moeten missen van één luchtmoment. De beroepscommissie is echter van oordeel dat de omstandigheden van het geval geen rekenkundige vergelijking met de in die zaak vastgestelde tegemoetkoming toelaten. Gelet
op
de onderhavige omstandigheden zal de beroepscommissie na te melden tegemoetkoming vaststellen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven