Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2472/GB, 2 januari 2006, beroep
Uitspraakdatum:02-01-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/2472/GB

Betreft: [klager] datum: 2 januari 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Michels, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 september 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 maart 2004 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Veenhuizen, een inrichting met een regime van algehele gemeenschap. Via het huis van bewaring (h.v.b.) Veenhuizen is hij op 20 september 2005 geplaatst in de gevangenis Nieuw
Vosseveld, eveneens een inrichting met een regime van algehele gemeenschap. Op 10 oktober 2005 is klager geplaatst in het h.v.b. Arnhem-Zuid.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het incident dat aan klagers overplaatsing ten grondslag ligt, betrof de publicatie van foto’s van een aantal gedetineerden, onder wie klager, in de Telegraaf en het blad Aktueel. Klager staat
op
de foto’s omdat hem hierom is gevraagd door medegedetineerde [A]. Klager wist niet en kon niet weten dat de foto’s naar de pers zouden worden gestuurd. Het had voor de hand gelegen alleen [A] over te plaatsen. Nu is klager echter ook overgeplaatst. In
Veenhuizen ontving klager, die van buitenlandse herkomst is en in Nederland niemand kent, slechts bezoek van een oudere man, die op ongeveer 50 km afstand van de inrichting woonde. Deze man kan hem in Vught niet bezoeken. In Vught wordt klager beperkt
in zijn mogelijkheden tot het voeren van telefoongesprekken naar Bulgarije, recreatie, sport en onderwijs. Bepaalde privileges moet hij opnieuw opbouwen. Klager ervaart de overplaatsing als een verzwaring in regime. Klager heeft zich in detentie steeds
als een modelgedetineerde gedragen. Ten slotte wordt nog opgemerkt dat klager bij het verlaten van de gevangenis Veenhuizen wel degelijk door de afdelingsdirecteur is toegezegd dat hij zou worden overgeplaatst naar de p.i. Veenhuizen, locatie
Norgerhaven. Daarom maakte hij ook niet al te veel bezwaar tegen zijn overplaatsing naar het h.v.b. Veenhuizen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager stond op foto’s die in de publiciteit zijn geweest. Na publicatie is de soos/het café van de gevangenis Veenhuizen gesloten en zijn verschillende activiteiten stopgezet. Eén en ander is de groep die op de foto stond door andere gedetineerden
zeer
kwalijk genomen. Er ontstond veel onrust binnen de gevangenis Veenhuizen. Omdat de veiligheid van de groep gedetineerden niet langer was te garanderen, is de hele groep overgeplaatst naar andere inrichtingen. Een langer verblijf in de gevangenis
Veenhuizen was, gezien de sfeer en de onrust, niet langer verantwoord.
Wat de vermeende toezegging betreft heeft de selectiefunctionaris navraag gedaan bij de inrichting. Daaruit is gebleken dat het afdelingshoofd geen toezeggingen heeft gedaan. Dat zou ook vreemd zijn geweest, omdat een afdelingshoofd niet beslist over
een eventuele terugkeer. Ook thans staat de inrichting niet positief tegenover een eventuele terugkeer.
Klager verblijft thans in het h.v.b. Arnhem-Zuid, omdat er in de gevangenis Nieuw Vosseveld plaats diende te worden gemaakt voor een andere groep gedetineerden. De bedoeling is dat klager weer wordt teruggeplaatst naar de gevangenis Nieuw Vosseveld.
De selectiefunctionaris merkt tenslotte nog op dat hij de bezoektechnische problemen inherent en ondergeschikt acht aan de bestreden beslissing tot overplaatsing naar Vught.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Vught is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Hoewel klager thans niet (meer) in de gevangenis Vught verblijft, is de beroepsocmmissie niettemin van oordeel dat klager belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, nu het hem (ook) gaat om de reden van wegplaatsing uit
Veenhuizen.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Gelet op de naar voren gekomen omstandigheden
is
voor de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat klagers veiligheid in de gevangenis Veenhuizen niet langer kon worden gegarandeerd en dat klager om die reden naar Vught is overgeplaatst. Dat klager niet wist of kon weten dat de gewraakte
foto’s in de publiciteit zouden worden gebracht, is in deze van ondergeschikt belang. Hetgeen klager over de bezoekmogelijkheden heeft aangevoerd, is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 2 januari 2006

secretaris voorzitter

Naar boven