Nummer: 05/2463/GB
Betreft: [klager] datum: 19 december 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 26 september 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op 25 oktober 2005 heeft mr. H.M.S. Cremers zich in deze zaak als raadsvrouwe van klager gesteld.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 16 juli 2005 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie De Leuvense Poort te ’s-Hertogenbosch, een huis van bewaring. Op 23 september 2005 is hij geplaatst in de gevangenis Nieuw Vosseveld, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is het er niet mee eens dat de politie zijn verlofadres, bij zijn moeder, heeft afgekeurd, terwijl zijn moeder haar toestemming had gegeven. Klager had de goedkeuring van de politie nodig om naar een half open inrichting te gaan, bij voorkeur de
gevangenis Maashegge. Hij had ‘buiten’ een vaste baan en ‘huisje-boompje-beestje’. Hij kan het nauwelijks uithouden in de gevangenis Nieuw Vosseveld. Na de gevangenis Maashegge heeft klager de gevangenis De Geerhorst als tweede keus opgegeven en niet
de
gevangenis Nieuw Vosseveld.
3.2. Door de raadsvrouwe van klager is het beroep, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht.
De moeder van klager heeft een verklaring op schrift gesteld, waaruit blijkt dat klager van harte welkom is bij haar tijdens zijn verlof, zoals tijdens de viering van zijn verjaardag. Hieruit kan worden geconcludeerd dat er, in tegenstelling tot wat de
selectiefunctionaris aangeeft, wel degelijk een verlofadres is voor klager. De in het procesdossier aangetroffen verklaring van de politie Brabant-Noord d.d. 6 september 2005 vermeldt slechts dat er een aanvaardbaar verlofadres ontbreekt voor klager,
er
wordt echter op geen enkele wijze gemotiveerd waarom men tot deze conclusie is gekomen. Klagers moeder wenst klager overigens niet op te vangen na afloop van zijn detentie. Zij biedt hem wel een aanvaardbaar verlofadres.
3.3. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft tijdens het selectiegesprek aangegeven in aanmerking te willen komen voor plaatsing in een inrichting met regimair verlof. Een aanvaardbaar verlofadres is een eis voor plaatsing in een (zeer) beperkt beveiligde inrichting ((z.)b.b.i.). Om
tot een goede besluitvorming te komen, wordt er bij een verzoek tot plaatsing in een inrichting met regimair verlof, onderzoek gedaan naar het verlofadres. Dit onderzoek bestaat uit het vragen van toestemming van de personen die woonachtig zijn op het
aangegeven adres en het aan de politie vragen om onderzoek te doen naar het adres. Klager heeft aangegeven dat hij contact heeft gehad met zijn moeder en dat zij hem welkom heet bij haar thuis. De politie heeft echter een negatief advies gegeven ten
aanzien van het verzoek van klager. Men schat in dat het verlof niet ongestoord zal verlopen en ernstige spanningen in de woon- en leefsfeer van de te bezoeken persoon zal opleveren. Nadat dit negatieve advies was uitgebracht, is er contact geweest
tussen de inrichting en de politie. De politie deelde het bureau selectie- en detentiefasering mede dat men contact heeft gehad met de moeder en dat zij haar twijfels heeft of de eventuele verloven goed zouden verlopen. De politie heeft nogmaals
bevestigd dat het vermoeden bestaat dat één en ander niet zonder spanningen zou verlopen. Gelet hierop is klager geselecteerd voor een normaal beveiligde inrichting. Hierbij is, in verband met een kortere wachtlijst, gekozen voor de gevangenis Nieuw
Vosseveld en niet voor de gevangenis De Geerhorst.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Op grond van het bepaalde in artikel 3, tweede lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (d.d. 15 augustus 2005, nr. 5042803/00/DJI) kunnen in beperkt beveiligde inrichtingen of afdelingen naast zelfmelders
tevens gedetineerden worden geplaatst die:
a. een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen,
b. een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden, en
c. beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.3. Blijkens de reactie van de selectiefunctionaris alsmede het daaraan ten grondslag liggende advies van de politie, heeft de selectiefunctionaris onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van het verlof van klager indien klager zijn verlof
doorbrengt bij zijn moeder. Hetgeen daaromtrent door en namens klager naar voren is gebracht, doet daaraan niet af. Nu klager niet over een aanvaardbaar verlofadres beschikt, kan hij niet in aanmerking komen voor plaatsing in een b.b.i. Gelet op het
vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. de Greef, secretaris, op 19 december 2005
secretaris voorzitter