Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1942/GA, 16 december 2005, beroep
Uitspraakdatum:16-12-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1942/GA

betreft: [klager] datum: 16 december 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de huis van bewaring (h.v.b.)-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht,

gericht tegen een uitspraak van 25 juli 2005 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Op 17 november 2005 heeft de beroepscommissie zitting gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen. [...],
unit-directeur bij de h.v.b.-unit van de locatie Dordtse Poorten heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet verstrekken van medicijnen tijdens een transport.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in zijn beroepschrift zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De unit-directeur heeft zijn bevreemding uitgesproken over het tijdsverloop tussen de dag van het transport (24 maart 2005) en het indienen van het klaagschrift (17 april 2005).
Inhoudelijk heeft de unit-directeur aangegeven dat de medische dienst medicijnen voor de gedetineerden in de middag rondbrengt. De medicijnen voor de ochtend zijn derhalve op de afdeling voorhanden. Als gedetineerden op transport gaan, hebben zij een
eigen verantwoordelijkheid. Voordat zij vertrekken kunnen zij hun medicijnen bij het personeel afhalen.
Klager heeft aangegeven dat hij de bewuste ochtend reeds om 06.30 uur was vertrokken en de medicijnen voor 08.00 uur en 12.00 uur niet had meegekregen. Uit de zich bij de stukken bevindende transportlijst blijkt echter dat klager die ochtend om 10.20
uur is vertrokken. De medicijnen voor 08.00 uur heeft hij gewoon op de afdeling gekregen, terwijl hij daarnaast ruimschoots de tijd heeft gehad om zijn medicijnen voor 12.00 uur bij het personeel af te halen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beklag overweegt de beroepscommissie als volgt. Het bewuste transport vond plaats op 24 maart 2005. Het klaagschrift dateert, anders dan de directeur in zijn beroepschrift heeft aangegeven, van 7 april 2005.
In het licht van de omstandigheid dat klager tussentijds een briefje aan de directeur had gericht over het niet verstrekken van medicijnen op 24 maart 2005, waarop hij nog geen antwoord had ontvangen, is de beroepscommissie van oordeel dat de
beklagcommissie klager terecht in zijn klacht heeft ontvangen.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat, gelet op de zich bij de stukken bevindende transportlijst, vast staat dat klager op 24 maart 2005 om 10.20 uur op transport is gegaan. In het licht van de wijze waarop de directeur de medicijnverstrekking
aan gedetineerden in zijn inrichting heeft geregeld, acht zij voldoende aannemelijk dat klager, zoals door de directeur in beroep is gesteld en door klager niet is weersproken, zijn medicijnen voor 08.00 uur gewoon heeft gekregen. Voorts is zij van
oordeel dat klager, gelet op het tijdstip van vertrek, ruimschoots de gelegenheid heeft gehad zijn medicijnen voor 12.00 uur bij het afdelingspersoneel op te vragen.

Tegen de achtergrond van hetgeen hiervoor is overwogen komt de beroepscommissie tot het oordeel dat het beroep van de directeur gegrond moet worden verklaard en dat het beklag van klager alsnog ongegrond moet worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. Y.A.J.M. van Kuijck en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 16 december 2005

secretaris voorzitter

Naar boven