Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1847/TA, 8 december 2005, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1847/TA

betreft: [klager] datum: 8 december 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 juli 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 november 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting de [...], staffunctionaris juridische zaken, gehoord. Klagers raadsman mr. N.A.
Heidanus, heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en heeft het beroep schriftelijk toegelicht.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet mogen volgen van allerlei activiteiten indien de dagopening (ochtendoverleg) niet wordt bijgewoond.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft ten onrechte gesteld dat geen sprake is van een beklagwaardig onderwerp. Klager wordt beperkt in zijn rechten indien
hij
de dagopening niet bijwoont. Het gaat dan om zijn recht om zijn advocaat te bellen of om zijn recht op geestelijke verzorging. Hij kan verder geen geld opnemen, hij kan geen afspraak maken met de arts of tandarts en hij mag niet telefoneren. Verder kan
hij geen handtekening krijgen om een bestelling te doen en hij mag geen post verzenden. Op grond van artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt is beklag echter mogelijk. Daarnaast wordt klager beperkt in het houden van contacten met de buitenwereld, zodat
feitelijk sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 56, eerste lid, onder c, Bvt.
Het protocol staat niet beschreven in de huisregels van de inrichting en is niet afgeleid uit de Bvt. Het protocol heeft geen juridische status. De eisen van proportionaliteit en subsidiariteit worden geschonden omdat klager (ook al heeft hij een
gegronde reden of is hij een keer te laat) wordt uitgesloten van alle activiteiten als hij niet verschijnt op het ochtendoverleg.
Klager is niet op de hoogte gesteld van het protocol. Tevens is altijd aangegeven dat deelname vrijwillig is. Het protocol is ondertekend door de sociotherapeut en niet door een manager. Klager woont de dagopening niet bij. Hij ziet niet in wat de
meerwaarde is van de dagopening. Zijn rooster is bekend. Als hij die dag met zijn advocaat wil bellen, dan moet moet hij op zijn strepen gaan staan. Het is niet zo dat je zonder bijwonen van de dagopening toch dingen zou kunnen doen. Men zou dat moeten
opnemen in het protocol. Het wordt hem dan tevens onmogelijk gemaakt om de afdeling af te gaan of om te gaan sporten. Een bewoner wordt alleen begeleid als hij een bepaald regime heeft. Klager kan grotendeels zonder begeleiding door de inrichting
lopen.
De sluitingsbijeenkomst woont klager ook niet bij. Deze wordt overigens slecht bezocht.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In het protocol worden afspraken gemaakt die op de afdeling gelden. Het is niet een algemene huisregel. Andere afdelingen hebben
ook een protocol dat is afgestemd op het niveau van de betreffende afdeling. Het protocol is bedoeld om de activiteiten van die dag in te plannen. De beperkte tijd wordt dan zo efficiënt mogelijk ingevuld. Hierdoor voorkomt men tevens dat de
verpleegden
moeten wachten voordat zij een activiteit kunnen volgen. Het overleg dient er tevens toe het stemmingsbeeld van de bewoners te toetsen en om hen te stimuleren tijdig aanwezig te zijn. Het groepsgebeuren speelt mee, waarbij een ieder wordt geacht
medeverantwoordelijk te zijn. Op klagers afdeling wordt voldoende zelfstandigheid verondersteld om daaraan te kunnen voldoen. Afstemming vindt alleen plaats voor die activiteiten waarvoor begeleiding door het personeel nodig is. Als klager zelfstandig
naar de sport of arbeid mag, is dat geen probleem, ook al heeft hij die dag het ochtendoverleg niet bijgewoond. Klager kan dan evenwel geen geld opnemen, het telefoneren met niet-geprivilegieerde personen en instanties is dan evenmin mogelijk. Ook het
doen van bestellingen is op die dag niet mogelijk. Een bezoek aan de arts of tandarts blijft mogelijk in noodsituaties. Het protocol is niet duidelijk wat betreft de advocaat en de geestelijk verzorger. De voor de verpleegden in de Bvt genoemde rechten
worden gerespecteerd. Het personeel is daarvan op de hoogte. Wel kan het een keer misgaan bij nieuw personeel. Klager kan dus contact opnemen met zijn advocaat en geestelijk verzorger. Ook het versturen van post aan geprivilegieerde personen of
instanties zoals bijvoorbeeld de commissie van toezicht blijft mogelijk. Ook indien klager zijn afwezigheid goed kan onderbouwen of als het om iets dringends gaat, is voor die dag het volgen van activiteiten mogelijk als hij niet bij de dagopening
aanwezig was.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt staat beklag open tegen een beslissing van het hoofd van de inrichting die een beperking inhoudt van een recht dat hem op grond van een bij of krachtens de Bvt gegeven voorschrift dan wel enig ander
wettelijk voorschrift of een ieder verbindende bepaling van een in Nederland geldend verdrag toekomt. Klager meent dat enkele hem toekomende rechten worden geschonden doordat hij wordt uitgesloten van allerlei activiteiten indien hij het ochtendoverleg
niet bijwoont. De beroepscommissie is van oordeel dat op grond van voornoemd artikel 56, eerste lid, onder e, Bvt hiertegen beklag openstaat. De beklagcommissie had klager derhalve ontvankelijk in zijn beklag dienen te verklaren.

Wat betreft de vraag of er sprake is van een schending van rechten overweegt de beroepscommissie het volgende. Vast staat dat op de afdeling waar klager verblijft afdelingsregels worden gehanteerd. In het “protocol: dagopening en dagsluiting” is
bepaald
dat in principe iedereen de dagopening en dagsluiting bijwoont. Indien dat niet het geval is, dan kan de verpleegde die dag niets regelen via het personeel qua formulieren, telefoontjes en dergelijke. Uit de stukken en de door klager ter zitting
gegeven
toelichting is onvoldoende aannemelijk geworden dat de beperking in de activiteiten zover reikt, dat sprake is van een schending van aan klager toekomende rechten. Klager kan ook indien hij het ochtendoverleg niet bijwoont, contact onderhouden met
geprivilegieerde personen en instanties zoals zijn advocaat of de commissie van toezicht. Ook blijft contact met de geestelijk verzorger mogelijk, en in dringende zaken tevens contact met een (tand)arts. Voorzover het niet bijwonen van het
ochtendoverleg er toe leidt dat klager geen activiteiten kan ondernemen waarvoor begeleiding door het personeel nodig is, is de beslissing van het hoofd van de inrichting in zoverre niet onredelijk of onbillijk. Behoudens uitzonderingssituaties, kan
van
het hoofd van de inrichting in dat geval niet worden verwacht dat het personeel op de betreffende dag direct beschikbaar is. Niet gesteld of gebleken is dat in het geval van klager sprake is van bedoelde uitzonderingssituatie. Gelet op het vorenstaande
dient het beklag ongegrond te worden verklaard.

Ten overvloede geeft de beroepscommissie het hoofd van de inrichting in overweging het protocol te verduidelijken door explicieter te vermelden dat het protocol de rechten die de verpleegde op grond van de Bvt toekomt onverlet laat.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr.drs. T.A.M. Louwe en dr. E.B.M. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 8 december 2005

secretaris voorzitter

Naar boven