Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2921/SJA, 7 december 2005, schorsing
Uitspraakdatum:07-12-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2921/SJA

betreft: [klager] datum: 7 december 2005

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door [...], naar uit
de
stukken kan worden aangenomen namens mr.drs. W. de Vries, advocaat, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het huis van bewaring (h.v.b.) Rotterdam te Krimpen aan den IJssel.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 71, eerste lid, Bjj, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de locatie Eikenstein bij de j.j.i. De Heuvelrug te Overberg, inhoudende de weigering om een
belregeling toe te staan tussen verzoeker en zijn in de locatie Eikenstein verblijvende echtgenote [...].

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 13 oktober 2005 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 5 december 2005.

1. De beoordeling
Vast staat dat verzoeker verblijft in een h.v.b. en zijn echtgenote in een j.j.i., en dat hij zich beklaagt over het niet toestaan van een belregeling tussen hem en zijn echtgenote door de directeur van die j.j.i. Het schorsingsverzoek is alleen namens
verzoeker en niet tevens namens zijn echtgenote ingediend.

Een in een h.v.b. verblijvende gedetineerde kan zich op grond van het bepaalde in de artikelen 60, 61 en 1, aanhef en onder b, van de Penitentiaire Beginselenwet beklagen bij de beklagcommissie bij de inrichting waarin hij verblijft over een door of
namens de directeur van die inrichting jegens hem genomen beslissing.

Gelet op de artikelen 65, 66 en 1, aanhef en onder b Bjj kan een in de j.j.i. verblijvende jeugdige zich bij de beklagcommissie bij die inrichting beklagen over een hem betreffende door of namens de directeur van die inrichting genomen beslissing. Op
grond van artikel 80 Bjj kunnen ook de ouders, voogd, stief- of pleegouders van de jeugdige dit klachtrecht uitoefenen.

Nu verzoeker in een h.v.b. verblijft en volgens de stukken echtgenoot van [...] is, kan hij naar het voorlopig oordeel van de voorzitter op grond van de wetssystematiek van de genoemde beginselenwetten geen beklag indienen bij de beklagcommissie van
een
j.j.i. over een beslissing van de directeur van die j.j.i. Wel kan zijn echtgenote zich bij die beklagcommissie beklagen over een haar betreffende beslissing van of namens die directeur.
Om die reden kan verzoeker niet in zijn schorsingsverzoek worden ontvangen.
Verzoeker moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Deze uitspraak is gedaan door mr.dr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 december 2005

secretaris voorzitter

Naar boven