Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0518/GA, 2 december 2005, beroep
Uitspraakdatum:02-12-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/518/GA

betreft: [klager] datum: 2 december 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.V. van der Bom, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 februari 2005 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Haaglanden te Den Haag,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M.A. Westendorp om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat klager zeven dagen niet heeft gewerkt en voor deze dagen geen arbeidsloon heeft ontvangen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Ter zitting van de beklagcommissie heeft klager gesteld dat hij wel degelijk ziek was op 18 januari 2005. Hij hoestte namelijk bloed op. Dat de directeur van mening was dat klager niet ziek zou zijn is, gelet op de symptomen die klager heeft genoemd,
discutabel. Ter zitting van de beklagcommissie heeft de raadsman meegedeeld dat er omtrent de medische bemiddeling nog geen bericht was en de beklagcommissie verzocht om gelet daarop de behandeling van de zaak aan te houden nu allerminst vaststond of
klager inderdaad ziek was en het oordeel van de medische bemiddeling daaromtrent uitsluitsel kon geven. De beklagcommissie had niet mogen concluderen dat klager zich onterecht ziek heeft gemeld en dat de directeur gehandeld heeft met inachtneming van
de
huisregels. De belangen van klager zijn niet goed afgewogen. De beslissing van de beklagcommissie is onvoldoende en ondeugdelijk gemotiveerd en onvoldoende zorgvuldig genomen. Verzocht wordt om de beslissing te vernietigen en het oordeel van de
medische
bemiddeling af te wachten alvorens een beslissing wordt genomen over de al dan niet terechte ziekmelding van klager.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
In de uitspraak 05/1200/GM van 14 november 2005 betreffende klagers medisch beroep is klager niet-ontvankelijk verklaard in het beroep. Nu inhoudelijk geen beslissing is genomen, kan de beroepscommissie deze uitspraak niet meewegen in haar beoordeling
van het onderhavige beroep.
Klager heeft zich ziek gemeld. Hij is door de medische dienst echter niet arbeidsongeschikt bevonden. Niet is gebleken dat de directeur niet op dit oordeel van de medische dienst had mogen afgaan. Derhalve komt de beroepscommissie tot het oordeel dat
de
beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 december 2005

Naar boven