Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/2110/GA, 27 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/2110/GA

betreft: [klager] datum: 27 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 augustus 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Oosterhoek te Grave,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 september 2005, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord de raadsvrouw van klager, mr. J. Steenbrink, en [...], unit-directeur van de locatie Oosterhoek.
Klager is op 22 september 2005 gehoord door een lid van de Raad in het Paviljoen IV-A Demersluis te Amsterdam.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de alleensprekende beklagrechter
Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van 12 dagen, wegens fysieke agressie naar een medegedetineerde, en
b. het feit dat de medegedetineerde niet is bestraft.

De alleensprekende beklagrechter heeft het beklag ten aanzien van onderdeel a. ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag ten aanzien van onderdeel b. op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door klager is in beroep het tegenover de alleensprekende beklagrechter ingenomen standpunt toegelicht, zoals opgenomen in het aangehechte verslag van horen.

Door de raadsvrouw van klager is in beroep het tegenover de alleensprekende beklagrechter ingenomen standpunt toegelicht overeenkomstig de aangehechte pleitnota. Hieraan heeft zij het volgende toegevoegd.
Klager ontkent niet dat hij heeft geslagen en betwist niet dat hij daar straf voor heeft verdiend. De disciplinaire straf is echter niet opgelegd door de directeur en derhalve is de beslissing om een disciplinaire straf op te leggen onbevoegd genomen.
De beslissing is ondertekend door [...], met de toevoeging “man. trainee” achter zijn naam. Dit is, zonder nadere toelichting dat sprake is van een situatie van vervanging, zoals genoemd in artikel 1, aanhef en onder d en artikel 3 van de Pbw, in
strijd
met artikel 5, vierde lid aanhef en onder h, van de Pbw. De directeur kan de strafbevoegdheid ingevolge artikel 5, vierde lid aanhef en onder h, van de Pbw niet delegeren. Ook de beslissing om de straf ten uitvoer te leggen in een andere inrichting is
voorbehouden aan de directeur.
Klager heeft voordat hij in deze inrichting kwam in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) verbleven, maar wilde niet te koop lopen met zijn EBI-verleden. De raadsvrouw vraagt zich af of klager wel een eerlijke kans heeft gehad in Grave.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de alleensprekende beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het personeel kijkt altijd wat voorzichtiger naar iemand die uit de EBI komt. De directeur heeft klager na diens binnenkomst in de inrichting opgezocht en hem verzocht om zich coöperatief op te stellen. Desondanks is er onrust bij het personeel
ontstaan. Klager heeft een dreigende uitstraling en neemt geen genoegen met een ‘nee’ op zijn verzoeken. Voorts kan klager slecht tegen kritiek en gaat hij over alles in discussie. Het personeel heeft zich daarbij onprettig gevoeld.
Er zijn meerdere gedetineerden gehoord over het incident. Er ontstaat dan een beeld naar aanleiding waarvan een beslissing is genomen. Klager is meerdere malen aangesproken op zijn gedrag, omdat zijn gedrag agressie opriep. Hij is ongeveer drie keer
verplaatst binnen de inrichting, omdat hij spanningen veroorzaakte bij medegedetineerden. Er is getracht klager een kans te geven, maar dan moet hij die kans wel pakken. Hij kreeg op een gegeven moment vat op de afdeling en dat is erg vervelend voor
het
personeel.
Met betrekking tot de managementtrainee, [...], deelt de directeur mede dat deze op grond van een “artikelaanwijzing” dezelfde bevoegdheden heeft als de directeur en dat een kopie van deze aanwijzing aan de beroepscommissie zal worden verstrekt;
daaraan
is voldaan.

3. De beoordeling
De disciplinaire straf is opgelegd door [...], een managmenttrainee, die blijkens het aanwijzingsbesluit d.d. 9 februari 2005 bevoegd is tot het opleggen van een dergelijke straf. De disciplinaire straf is derhalve bevoegd opgelegd. Blijkens de
beschikking d.d. 30 maart 2005 is klager een disciplinaire straf opgelegd op grond van de overweging dat klager een medegedetineerde heeft geslagen, hetgeen in strijd is met de orde en veiligheid in de inrichting. Klager heeft niet betwist dat hij
geslagen heeft, maar vindt het niet redelijk dat de medegedetineerde voor diens aandeel - hij zou klager hebben geslagen - niet is bestraft.
Het slaan van een medegedetineerde vormt voldoende grond voor het opleggen van een disciplinaire straf, zoals aan klager opgelegd, ongeacht de vraag of klager dan wel een medegedetineerde door diens handelen aanleiding heeft gegeven tot het incident.
De
beslissing klager genoemde disciplinaire straf op te leggen is derhalve niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie ten aanzien van de klacht dat de medegedetineerde geen straf opgelegd heeft gekregen op goede gronden en met juistheid heeft beslist.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de alleensprekende beklagrechter

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en mr. D.A.N. Bartels, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L. de Greef, secretaris, op 27 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven